H Y G I Ë N E R I C H T L I J N E N
V O O R
T A T O E Ë R E N
S E P T E M B E R 2 0 0 5
Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid
Postbus 2200
1000 CE Amsterdam
tel: 020 555 54 15
fax: 020 555 56 71
e-mail: info@LCHV.nl
internet: www.ggdkennisnet.nl/lchv
De richtlijnen zijn in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport opgesteld door Mw. J. Worp van het Landelijk Centrum
Hygiëne en Veiligheid.
Met dank aan Dhr. Drs. H.R. Reus van de Keuringsdienst van Waren, Dhr.
Ir. A.C.P. de Bruijn en de Dhr. Ir. A.W. van Drongelen van het Rijksinstituut
voor Volksgezondheid en Milieu te Bilthoven, Dr. H.J.C. de Vries, Afdeling
Dermatologie, Academisch Medisch Centrum Amsterdam tevens SOA
polikliniek, GGD Amsterdam, Dhr. en mw. Souisa en Dhr. en mw. Dijkstra
namens de Nederlandse Bond van Tatoeëerders, Dhr. B. Moelker van
Tattoo Bob, Dhr. R. Admiraal van Admiraal Tattoo Studio, Dhr. G. Schory
van BS Trading, Dhr. P. Zevenbergen van Medeco, Mw. T. Daha van de
Werkgroep Infectiepreventie, Dhr. Dr. H. Schilthuis van de Inspectie
Gezondheidszorg, Dhr. B.J. Bos van de Landelijke Coördinatiestructuur
Infectieziektebestrijding, Mw. Drs. M.A. van Vugt van het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Mw. H. van Herpen van de GGD Hart
voor Brabant,Mw. M. Moritz-Berends van de GGD Kop van Noord Holland,
Mw. Drs. W. Kunst van de Hulpverleningsdienst Groningen, Dhr. A.
Boonstra en Mw. F.E.M. Aanhane van de GGD Amsterdam.
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
Richtlijnen technische hygiënezorg LCHV Conceptversie: 19-9-2005
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING………………………………………………………………………………………1
1 BESCHERMING TEGEN BLOEDOVERDRAAGBARE ZIEKTEN…3
1.1 VACCINATIE TEGEN HEPATITIS B……………………………………………………….3
1.2 PRIKKEN AAN EEN GEBRUIKTE NAALD…………………………………………………3
2 BOUW, INRICHTING EN APPARATUUR TATOEAGESTUDIO……5
2.1 BOUW EN INRICHTING……………………………………………………………………..5
2.2 APPARATUUR EN MATERIAAL ……………………………………………………………6
2.2.1 Tatoeagemachine, naalden, needlebar en tubes…………………………6
2.2.2 Naaldcontainer ………………………………………………………………………..7
2.2.3 Inkt- en pigmentstoffen……………………………………………………………..7
2.2.4 Ultrasoon reinigingsbad ……………………………………………………………8
2.2.5 Stoomsterilisator………………………………………………………………………8
2.2.6 Laminaatzakjes………………………………………………………………………10
3 ALGEMENE RICHTLIJNEN …………………………………………………….11
3.1 PERSOONLIJKE HYGIËNE EN HYGIËNISCHE WERKWIJZE………………………..11
3.2 GEDRAGSCODE EN LEEFTIJDEN ………………………………………………………11
3.3 ALLERGISCHE REACTIES………………………………………………………………..12
3.4 PIJNSTILLING……………………………………………………………………………….12
4 WERKWIJZE EN BEHANDELING VÓÓR, TIJDENS EN NA HET
TATOEËREN…………………………………………………………………………………14
4.1 WERKWIJZE VÓÓR EN TIJDENS HET TATOEËREN…………………………………14
4.2 WERKWIJZE NA HET TATOEËREN……………………………………………………..16
5 BEWAREN EN TRANSPORT VAN GEBRUIKTE INSTRUMENTEN18
5.1 BEWAREN VAN GEBRUIKTE INSTRUMENTEN……………………………………….18
5.2 TRANSPORT VAN GEBRUIKTE INSTRUMENTEN…………………………………….18
6 REINIGING, DESINFECTIE EN STERILISATIE…………………………19
6.1 DE WERKPLEK SCHOONMAKEN ……………………………………………………….19
6.2 INSTRUMENTEN REINIGEN, DESINFECTEREN OF STERILISEREN………………20
6.3 ULTRASOON REINIGEN…………………………………………………………………..21
6.4 HET VERPAKKEN VAN DE INSTRUMENTEN ………………………………………….22
6.5 HET STERILISEREN VAN INSTRUMENTEN……………………………………………22
6.6 HET BEWAREN VAN GESTERILISEERDE INSTRUMENTEN………………………..23
6.7 WASGOED…………………………………………………………………………………..23
7 TOEZICHT EN HANDHAVING…………………………………………………24
7.1 TOEZICHT……………………………………………………………………………………24
7.2 HANDHAVING……………………………………………………………………………….24
8 BIJLAGEN……………………………………………………………………………..25
8.1 WETGEVING…………………………………………………………………………….25
8.2 TOESTEMMINGSFORMULIER…………………………………………………..26
8.3 NAZORGINSTRUCTIE VOOR TATOEAGES ………………………………27
8.4 INFORMATIE OVER DE RISICO’S VAN TATOEAGES ……………….28
8.5 HANDHYGIENE MEDEWERKERS……………………………………………..30
8.6 PERIODIEKE CONTROLE VAN DE STOOMSTERILISATOR……….33
8.7 DESINFECTEREN VAN INSTRUMENTEN………………………………….34
9 LITERATUUR…………………………………………………………………………35
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
Richtlijnen technische hygiënezorg (concept) 1
INLEIDING
Tatoeëren
Het Engelse woord “tattoo” is afkomstig van het Tahitiaanse woord “tatu”
dat merken betekent. Tatoeages kunnen op alle lichaamsdelen worden
aangebracht.
Door middel van een (elektrisch aangedreven) naald worden er inkt- en
pigmentstoffen vlak onder de huid aangebracht.
Van sommige inkt- en pigmentstoffen is bekend dat deze schadelijke
gevolgen kunnen hebben voor de gezondheid. Daarom worden aan deze
stoffen strenge eisen gesteld. De controle op het gebruik van inkt- en
pigmentstoffen wordt uitgevoerd door VWA, Keuringsdienst van Waren.
Indien een tatoeage onder onhygiënische omstandigheden of op ondeskundige
wijze wordt aangebracht , of als de cliënt de nazorginstructies niet
nauwlettend in acht neemt, kunnen na het aanbrengen van een tatoeage
complicaties ontstaan.
Complicaties zijn o.a.:
• acute ontstekingsreacties
• allergische reacties als gevolg van inkt- en pigmentstoffen
• huidaandoeningen
Tatoeëren wordt in de regel uitgevoerd door niet-medici en geschiedt niet
onder medische verantwoordelijkheid. De techniek is niet altijd tijdens een
opleiding geleerd, maar door collega’s bijgebracht. Hygiënisch en
aseptisch werken is een vereiste. Aseptisch werken wil zeggen dat
voorkomen wordt dat ziektekiemen worden overgebracht.
Tijdens het tatoeëren ontstaat een wond die tijd en zorg nodig heeft om te
genezen. Met een goede verzorging is de wond na ongeveer een week
genezen. Algemene gezondheid en persoonlijke hygiëne spelen hierbij
een rol.
Het is belangrijk vooraf bij de cliënt na te gaan of hij allergisch is voor
bepaalde pigmentsoorten.
Een tatoeage die vakkundig, op een hygiënisch verantwoorde wijze is
aangebracht en die volgens de instructies wordt verzorgd, levert in de
praktijk de minste problemen op.
Cosmetische tatoeage
Vanaf 1984 worden er ook cosmetische tatoeages gezet. De cosmetische
tatoeages zijn onder te verdelen in Permanent Make-up (PMU) zoals het
aanbrengen van lipcontouren, eyeliner en wenkbrauwen en het camoufleren
van huidaandoeningen zoals littekens en hypopigmentatie. Ook bij
postoperatieve reconstructies speelt tatoeëren een steeds grotere rol. Het
tatoeëren van een tepel na een borstoperatie is een bekende behandeling.
Alhoewel de cosmetische tatoeages soms een ander doel hebben en vaak
ook in een geheel andere ‘setting’ worden aangebracht is de feitelijke
handeling gelijk aan die van een traditionele tatoeage. Om die reden wordt
de cosmetische tatoeage inclusief de PMU onder dezelfde regelgeving
geschaard als het traditionele tatoeëren. Voor het aanbrengen van
cosmetische tatoeages of permanent make-up is een aparte richtlijn
geschreven.
Om de complicaties die kunnen optreden bij het aanbrengen van een
tatoeage te minimaliseren heeft het Ministerie van Volksgezondheid,
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
2 LCHV conceptversie 19-9-2005
Welzijn en Sport het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid gevraagd
landelijke richtlijnen op te stellen voor het aanbrengen een tatoeage. In
deze richtlijnen wordt aangegeven aan welke eisen minimaal moet worden
voldaan. Afwijken van de eisen in deze richtlijn kan alleen als een
vergelijkbaar of beter alternatief wordt toegepast. In deze richtlijn wordt
uitgegaan van het aanbrengen van tatoeages op een vaste locatie. In de
praktijk worden tatoeages ook regelmatig op beurzen, conventies en op
andere locaties aangebracht. Dit is alleen toegestaan als aan de minimale
eisen die gesteld zijn in deze richtlijn wordt voldaan.
Symbolen1
Ieder voorschrift in deze richtlijn is aangegeven met een symbool met de
volgende betekenis:
wetboek = wettelijk verplicht voorschrift, bijvoorbeeld normen toepassen
van verdovingen. Deze punten worden bij het toezicht getoetst.
handje = landelijk vastgestelde norm, wordt door de branche als
professioneel handelen beschouwd, bijvoorbeeld inrichtingseisen.
Deze punten worden bij het toezicht van de GGD getoetst.
☺ lachebek = advies, is wenselijk, bijvoorbeeld vaccinatie tegen Hepatitis
B. Deze punten worden bij het toezicht niet getoetst.
Cursief gedrukte teksten in een kader zijn bedoeld als tip!
Op basis van de Wet ….. (zie bijlage 8.1) heeft de ondernemer de plicht
om jaarlijks (tegen betaling) een goedkeuringsrapport van de GGD op te
vragen. Er wordt alleen een goedkeuringsrapport verstrekt indien aan alle
minimale eisen wordt voldaan. Het niet in het bezit hebben van een
goedkeuringsrapport kan tot een waarschuwing, boete of eventuele
sluiting van de studio leiden indien er een inspectie van de VWA, Keuringsdienst
van Waren plaatsvindt.
1 Branchecode (inclusief beeldmerken: , en ☺) is een gedeponeerd merk van het
Hoofdbedrijfsschap Ambachten te Zoetermeer (inschrijfnummer 631998) en wordt onder
licentie gebruikt door het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid te Amsterdam.
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
LCHV Conceptversie: 19-9-2005
1 BESCHERMING TEGEN BLOEDOVERDRAAGBARE ZIEKTEN
Tijdens het tatoeëren bestaat er een kans dat de tatoeëerder in contact
komt met het bloed van cliënten.
Daarom wordt de beroepsgroep geadviseerd zichzelf te beschermen
tegen bloedoverdraagbare ziekten zoals o.a. hepatitis B en C en HIV.
HIV veroorzaakt aids, Hepatitis B en C zijn infecties die een chronische
leverontsteking kunnen veroorzaken. Belangrijk hierbij is:
Ga altijd zorgvuldig te werk en draag onderzoekshandschoenen zodra
de kans bestaat dat er contact is met bloed of wondvocht van de cliënt
Het dragen van onderzoekshandschoenen biedt overigens geen bescherming
tegen het per ongeluk prikken aan een naald (zie paragraaf 1.2).
1.1 Vaccinatie tegen hepatitis B
☺ Tatoeëerders worden geadviseerd zich te laten vaccineren tegen
hepatitis B2.
Een vaccinatie tegen Hepatitis B bestaat uit een serie van in totaal drie
vaccinaties. Vier tot zes weken na de laatste vaccinatie wordt via bloedonderzoek
aangetoond of het lichaam voldoende antistoffen heeft aangemaakt
tegen Hepatitis B. Als dit het geval is bieden de vaccinaties
levenslange bescherming tegen Hepatitis B. Bovendien kan men de ziekte
niet meer oplopen en kan men deze ook niet meer overdragen op
anderen. Overigens biedt de vaccinatie geen bescherming tegen andere
bloedoverdraagbare aandoeningen zoals Hepatitis C en Aids.
Neem voor de vaccinatie of voor informatie contact op met de plaatselijke
GGD.
1.2 Prikken aan een gebruikte naald
Wanneer een tatoeëerder zich geprikt heeft aan een, bij een cliënt
gebruikte, naald (kan ook door een handschoen heen), of als er op een
andere manier sprake is geweest van bloed/bloedcontact dan wordt het
volgende geadviseerd :
☺ Laat het wondje goed doorbloeden;
☺ Spoel met water of fysiologisch zout;
☺ Desinfecteer vervolgens met een wonddesinfectiemiddel, bijv. alcohol
70-80%;
☺ Dek het wondje af;
☺ Spoel bij verwonding van de slijmvliezen direct goed uit met water of
fysiologisch zout;
☺ Neem meteen na het prikongeval contact op met de Arbo-arts of de
plaatselijke GGD (zeven dagen per week) en vraag naar de dienstdoende
arts infectieziekten. In sommige gemeenten moet contact
worden opgenomen met de spoedeisende hulp van een ziekenhuis of
2 Medewerkers in loondienst kunnen door hun werkgever (Arbowet) verplicht worden
gesteld zich te laten vaccineren als voorwaarden om bepaalde werkzaamheden te mogen
uitvoeren.
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
4 LCHV conceptversie 19-9-2005
met de huisarts.
☺ Het is belangrijk dat degene met wie u het bloed/bloedcontact hebt
gehad bekend is om het risico van HIV en hepatitis B en C te bepalen.
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
Richtlijnen technische hygiënezorg (concept) 5
2 BOUW, INRICHTING EN APPARATUUR TATOEAGESTUDIO
Om de hygiëne en veiligheid voor, tijdens en na het tatoeëren zo veel
mogelijk te kunnen waarborgen, is het van belang dat de studio op juiste
wijze is ingericht en dat gebruik wordt gemaakt van deugdelijke apparatuur
en de juiste middelen. In het onderstaande hoofdstuk wordt dit nader
uitgewerkt.
2.1 Bouw en inrichting
De tatoeagestudio moet voorzien zijn van een ruimte waar men rustig en
hygiënisch verantwoord kan werken.
Vervaardig de wanden en vloeren van de werkplek van glad en goed
reinigbaar materiaal. Vloeren mogen niet doordringbaar zijn voor water.
Voorzie de behandelruimte van een behandeltafel of –stoel die is
bekleed met niet- absorberend materiaal en goed is schoon te maken.
Voorzie de behandelruimte van een handenwasgelegenheid met een
no-touch kraan met (warm-) en koud stromend water. De handenwasgelegenheid
mag zich niet in of bij het toilet bevinden. Indien de handenwasgelegenheid
niet met een no-touch kraan is uitgevoerd moet
tevens een dispenser3 met handalcohol aanwezig zijn. De handen
worden in dit geval na het wassen en drogen met handalcohol ingesmeerd.
Laat de handalcohol aan de lucht drogen alvorens aan het
werk te gaan.
Voorzie de behandelruimte van een houder voor eenmalige handdoekjes
en een zeepdispenser4.
Een no-touch kraan is een kraan waarbij men de kraan niet met de
handen hoeft open en dicht te draaien, d.w.z. een elleboogkraan, een
kraan die vanzelf uitgaat, een kraan met knie- of voetbediening of een
kraan met een elektrisch oog.
Voorzie de behandelruimte van een pedaalemmer met deksel of een
open afvalbak (geen afvalbak waarbij de deksel steeds wordt aangeraakt
met de handen).
Zorg voor goede ventilatie en voldoende verlichting op de werkplek.
Zorg voor een bedrijfsverbanddoos5 in de bedrijfsruimte om bij kleine
ongelukjes eerste hulp te kunnen verlenen.
☺ Scheid de behandelruimte af van de wachtruimte (privacy). Deze
afscheiding moet glad en afwasbaar zijn.
3 Handalcoholdispensers mogen omwille van besmetting vanuit het residu niet worden
bijgevuld. De gehele voorraadfles dient te worden vervangen.
4 Zeepdispensers mogen omwille van besmetting vanuit het residu niet worden
bijgevuld. De gehele voorraadfles dient te worden vervangen.
5 Voor de inhoud van een bedrijfsverbanddoos kunt u kijken op
www.ehbo.nl/verbandsets.htm
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
6 LCHV conceptversie 19-9-2005
2.2 Apparatuur en materiaal
Het is van wezenlijk belang dat de apparatuur en de materialen, die
worden gehanteerd bij het tatoeëren, op de juiste wijze worden gebruikt en
op correcte wijze worden gesteriliseerd. De stoomsterilisator bijvoorbeeld
moet regelmatig worden gecontroleerd op een juiste werking.
2.2.1 Tatoeagemachine, naalden, needlebar en tubes
Voor het tatoeëren zijn verschillende materialen verkrijgbaar:
• tatoeagemachine
• complete kunststof sets die na gebruik in zijn geheel worden weggegooid;
• in de lengte deelbare tubes die gemakkelijk zijn te reinigen en te
steriliseren;
• verschillende soorten tubes;
• needlebars voor eenmalig gebruik;
• en uiteraard een diversiteit aan naalden.
Tatoeagemachine
Er zijn verschillende soorten tatoeagemachines. Een tatoeagemachine
wordt gebruikt samen met de bijbehorende onderdelen zoals steriele
tubes, needlebars en naalden. Andere toebehoren zijn een schoon
elastiekje en een disposable of steriliseerbaar rubbertje.
Naalden
Zet tatoeages uitsluitend met behulp van naalden die eenmalig
worden gebruikt. Het reinigen en steriliseren van gebruikte naalden is
niet betrouwbaar en dus niet toegestaan.
Voor alle naalden geldt dat deze steriel moeten zijn.
Gebruik naalden nooit meer dan één keer.
Geef naalden nooit mee aan de cliënt.
Needlebars
Alhoewel men needlebars kan kopen die al voorzien van naalden,
solderen de meeste tatoeëerders zelf hun naalden op de needlebar.
Maak gebruik van loodvrije soldeer en zorg ervoor dat het soldeerzuur
goed verwijderd wordt.
Nadat de naald(en) op de needlebar zijn gesoldeerd, moeten de naald(en)
met needlebar:
worden gereinigd (zie paragraaf 6.3);
vervolgens worden verpakt (zie paragraaf 6.4);
en daarna worden gesteriliseerd (zie paragraaf 6.5);
Tubes
Tubes bestaan uit een grip, een holle buis en een tip (dunne laatste
gedeelte van de tube). Tubes worden in veel gevallen hergebruikt. Er zijn
demonteerbare tubes, tubes uit één geheel, in de lengte deelbare tubes en
wegwerptubes. Met uitzondering van de wegwerptubes moeten de tubes
na gebruik:
worden gereinigd (zie paragraaf 6.3);
vervolgens worden verpakt (zie paragraaf 6.4);
en daarna worden gesteriliseerd (zie paragraaf 6.5);
reinig, verpak en steriliseer bij verstelbare tubes alle delen los van
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
Richtlijnen technische hygiënezorg (concept) 7
elkaar en zet de tube pas na het steriliseren in elkaar.
2.2.2 Naaldcontainer
Een volle naaldcontainer kan soms bij de Gemeente Reiniging of de
apotheek worden ingeleverd. Er zijn ook commerciële bedrijven die tegen
betaling de inhoud van de naaldcontainers op een speciale wijze vernietigen.
Plaats in iedere behandelruimte tenminste één UN-gekeurde naaldcontainer.
Gooi naalden die bij het tatoeëren zijn gebruikt niet in de vuilnisbak,
maar verzamel ze in de naaldcontainer.
Vul de naaldcontainer niet boven de aangegeven lijn.
Voer naaldcontainers af als ‘specifiek afval’.
De naaldcontainers zijn van hard plastic. De naaldcontainer dient zodanig
afsluitbaar te zijn dat deze niet open kan gaan en niet heropend kan
worden. De container moeten ondoordringbaar zijn voor naalden en
bovendien lekdicht. Containers die een UN-keur hebben voldoen aan deze
eis. Het UN-keur herkent u als volgt:
2.2.3 Inkt- en pigmentstoffen
Uit onderzoek (2001) van de Keuringsdienst van Waren in samenwerking
met de GG&GD Amsterdam en de GGD Groningen bleek dat de gebruikte
inkt- en pigmentstoffen niet altijd steriel zijn. In enkele gevallen bevatte 1ml
gebruiksklare inkt meer dan 100.000 ziekmakende bacteriën6.
Uit het onderzoek kwam tevens naar voren dat een aantal pigmenten
zware metalen bevatte, zoals lood, cadmium, cobalt, nikkel en zink. Ook
bevatte één op de vijf pigmenten AZO kleurstoffen waaruit kankerverwekkende
aromatische amines gevormd kunnen worden.
Naar aanleiding van deze bevindingen heeft de overheid wetgeving
(Warenwetbesluit Tatoeagekleurstoffen) opgesteld ter voorkoming van het
gebruik van schadelijke pigmenten. De inkt- en pigmentstoffen moeten
daarom aan de volgende wettelijke eisen voldoen:
geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid van de mens opleveren;
geen verboden aromatische amines kunnen vormen;
geen verboden kleurstoffen bevatten;
geen conserveermiddelen bevatten;
steriel zijn, d.w.z. kiemgetal is nul (uitgezonderd de gebruiksklare
dagoplossing, de dagoplossing mag geen ziekmakende microorganismen
bevatten);
voorzien zijn van een volledig etiket7.
6 Keuringsdienst van Waren, Kleurstoffen voor tatoeage en permanent make-up,
rapportnummer COS 012, november 2001
7 Het etiket moet de volgende informatie bevatten:
naam of handelsnaam en adres van de fabrikant of persoon die verantwoordelijk is
voor het in de handel brengen van het product;
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
8 LCHV conceptversie 19-9-2005
De VWA/Keuringsdienst van Waren is belast met het toezicht op deze
wetgeving.
☺ Eis van uw inkt- en pigmentenleverancier dat u alleen inkt- en
pigmenten krijgt aangeleverd die aan bovenstaande eisen voldoen.
☺ Leg dit vast in een inkoopovereenkomst.
Om steriele pigmenten en inkten steriel te houden moeten de volgende
regels in acht worden genomen:
☺ Maak gebruik van steriele eenpersoonsverpakkingen kleurstof (1 – 5
ml.).
Zet de inktcupjes eerst stabiel neer (bijvoorbeeld in een inktcuphouder),
reinig of desinfecteer de handen en open of vul daarna de inktcupjes.
Gooi na het tatoeëren alle restjes inkt én de inktcupjes weg.
Reinig en desinfecteer (met alcohol 70 – 80%) de inktcuphouder
(indien aanwezig).
Maak in geen geval gebruik van hervulbare voorraadflacons.
Vul voorraadflacons (zgn. knijpflacons) nooit bij.
Sluit voorraadflacons af met een dop zodat er geen vuil of microorganismen
in terecht kan komen.
Hoelang geopende voorraadflacons maximaal bewaard kunnen blijven is
afhankelijk van de bewaaromstandigheden. Gebruik in ieder geval bij
voorkeur zo klein mogelijke voorraadflacons.
2.2.4 Ultrasoon reinigingsbad
Voor het schoon ‘trillen’ van instrumenten wordt een ultrasoon reinigingsbad
gebruikt. Hiermee wordt aangekleefd vuil (bloed, en ander lichaamsvocht)
los getrild.
Maak in het ultrasone reinigingsbad gebruik van het middel dat
geschikt is voor ultrasone reiniging. Dit moet op de verpakking of de
bijsluiter van het middel worden vermeld.
☺ De fabrikant van een ultrasoon reinigingsbad moet in de gebruiksinstructie
aangeven hoeveel dB(A) (decibels) het apparaat produceert.
Het maximale aantal toegestane dB(A) is 80. Wordt er meer dan 80
dB(A) geproduceerd dan is het aan te raden gehoorbescherming te
dragen.
☺ Lees altijd de gebruiksaanwijzing van het ultrasoon reinigingsbad
voordat u ermee aan het werk gaat.
2.2.5 Stoomsterilisator
Instrumenten moeten worden gesteriliseerd in een stoomsterilisator, ook
wel autoclaaf genoemd. Om de gesteriliseerde instrumenten langere tijd
steriel te kunnen bewaren, moeten deze verpakt gesteriliseerd worden.
de datum van minimale houdbaarheid, voorafgegaan door de woorden: ‘ten minste
houdbaar tot’;
de gebruiksvoorwaarden en waarschuwingen;
een vermelding van het batch- of codenummer die het mogelijk maakt een partij
kleurstoffen te identificeren;
een vermelding van ingrediënten in volgorde van afnemend gewicht op het tijdstip van
verwerking. Deze lijst wordt voorafgegaan door het woord ‘ingrediënten’.
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
Richtlijnen technische hygiënezorg (concept) 9
Autoclaven zijn in vele verschillende typen en maten te koop. Voor het
stoomsterilisatieproces zijn twee zaken zeer belangrijk.
1) De luchtverwijdering uit de autoclaaf, holle instrumenten en verpakkingen.
De aanwezigheid van lucht verstoort het sterilisatieproces.
Om de lucht uit de sterilisator te verwijderen worden de volgende principes
het meest toegepast:
• Luchtverwijdering door verdringing met stoom. Dit principe wordt
toegepast in eenvoudige autoclaven. In de sterilisatorkamer wordt
door het koken van water stoom geproduceerd, de druk in de sterilisatorkamer
stijgt een beetje. De stoom mengt zich met de lucht in
de sterilisatorkamer en ontsnapt via een ontluchtingsopening uit de
sterilisatorkamer. Naarmate het koken en ontluchten langer duurt
zal steeds meer lucht uit de sterilisatorkamer verdrongen worden,
totdat nog vrijwel pure stoom in de sterilisatorkamer aanwezig is.
De druk stijgt dan verder naar 1 of 2 bar waarbij de sterilisatietemperatuur
van 121°C of 134°C wordt bereikt. Het grote voordeel van
dit principe is de eenvoud en daardoor de lage kosten waarmee
een sterilisator geproduceerd kan worden. Het principe heeft echter
als nadeel dat de lucht niet uit holle voorwerpen verwijderd kan
worden.
• Luchtverwijdering door middel van een meervoudig diep vacuüm.
Dit is de meest effectieve manier om lucht te verwijderen. Niet alleen
uit de sterilisatorkamer, maar in het bijzonder ook uit holle instrumenten.
De lucht wordt actief uit de sterilisatorkamer en de
producten verwijderd door middel van een vacuümpomp. Als de
lucht verwijderd is kan de stoom eenvoudig doordringen in de holle
instrumenten. Het grote voordeel van sterilisatoren die werken met
een vacuüm is dat ze een groot assortiment aan instrumenten
kunnen steriliseren. Nadeel is echter de complexe technische constructie
die kostbaar is om te produceren en relatief veel onderhoud
vergt.
De hier beschreven vormen van luchtverwijdering zijn de twee extremen.
Er bestaan meer manieren om de lucht uit de sterilisatorkamer
en de lading te verwijderen. Alle vormen van luchtverwijdering zijn in
principe bruikbaar, echter niet voor alle soorten te steriliseren instrumenten.
De fabrikant van de sterilisator moet middels testen de geschiktheid
van het sterilisatieproces voor uw instrumenten aantonen.
De Europese norm voor kleine stoomsterilisatoren NEN-EN-13060
beschrijft de technische eisen en testmethoden.
2) Het drogen van de gesteriliseerde instrumenten. De laminaatzakjes
waarin de instrumenten verpakt zijn moeten droog zijn op het moment
dat de sterilisatordeur open gaat. Een natte verpakking is doorlaatbaar
voor bacteriën zodat de inhoud niet lang steriel zal blijven.
De instrumenten kunnen in de sterilisator gedroogd worden middels
een vacuümpomp of door het (langdurig) doorblazen met gefilterde
lucht.
Bij de aanschaf van een sterilisator zal de gebruiker moeten inventariseren
welke instrumenten gesteriliseerd gaan worden en welke verpakking
gebruikt gaat worden. De fabrikant van de sterilisator moet op zijn beurt
een lijst opstellen van de instrumenten die in de verschillende modellen
sterilisatoren gesteriliseerd kunnen worden. Op basis van beide lijsten kan
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
10 LCHV conceptversie 19-9-2005
een verantwoorde keuze worden gemaakt.
Maak gebruik van een stoomsterilisator die met een vacuümpomp de
lucht verwijderd uit de holle instrumenten én de verpakkingen na het
sterilisatieproces met gesloten deur droogt, als u bij het tatoeëren holle
materialen (tubes) gebruikt.
Maak gebruik van een stoomsterilisator die de verpakkingen na het
sterilisatieproces met gesloten deur droogt, als u bij het tatoeëren geen
holle materialen (in de lengte deelbare tubes) gebruikt.
Onderhoud uw stoomsterilisator regelmatig en laat de stoomsterilisator
testen op z’n betrouwbaarheid. Zie bijlage 8.6.
De norm EN 13060 beschrijft een sterilisator type B. Dit is een sterilisator
is die voorzien is van een meervoudig voorvacuüm en is geschikt om alle
holle voorwerpen te steriliseren. De testmethode om dit te controleren is
de in bijlage 8.6 genoemde helixtest.
Wanneer een sterilisator wel voorzien is van een vacuümpomp, maar niet
van type B is, betreft het een zgn. type S sterilisator. Voor deze sterilisator
zal de fabrikant middels testen moeten aantonen voor welke voorwerpen
deze sterilisator geschikt is. De fabrikant moet de testresultaten voor de
tatoeëerder ter beschikking hebben. Nadeel van het type S is dat de
tatoeëerder zelf zeer goed moet nagaan of de betreffende sterilisator
geschikt is voor de materialen die gesteriliseerd moeten worden.
2.2.6 Laminaatzakjes
Laminaatzakjes worden gebruikt om de te steriliseren instrumenten te
verpakken en steriel te houden.
Maak alleen gebruik van laminaatzakjes met een indicatorstrip die
verkleurt als het laminaatzakje in de sterilisator is geweest. Dit voorkomt
verwisseling tussen gesteriliseerde en ongesteriliseerde materialen.
Het verkleuren van de indicatorstrip is geen garantie voor een juist
uitgevoerde sterilisatie.
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
Richtlijnen technische hygiënezorg (concept) 11
3 ALGEMENE RICHTLIJNEN
Een tatoeage laten zetten is een keuze die weloverwogen gemaakt moet
worden. Van belang is niet alleen het vakmanschap en de persoonlijke
hygiëne van de tatoeëerder, maar ook de lichamelijke en geestelijke
conditie van de cliënt. Tijdens het tatoeëren wordt de huid van de cliënt
doorboord waarbij het van belang is dat er geen schadelijke microorganismen
worden overgebracht van de tatoeëerder op de cliënt (en vice
versa) en via materiaal van de ene op de andere cliënt.
3.1 Persoonlijke hygiëne en hygiënische werkwijze
Via kleding en handen (met of zonder handschoenen) kunnen veel microorganismen
worden overgebracht. De onderstaande regels moeten om
deze redenen in acht genomen worden.
Draag dagelijks schone kleding.
Reinig of desinfecteer voor elke tatoeage zorgvuldig de handen (zie
bijlage 8.5).
Draag, waar dat staat voorgeschreven, schone nitriel8 onderzoekshandschoenen.
Overal waar in de rest van deze richtlijnen onderzoekshandschoenen
staat, wordt bedoeld schone nitriel onderzoekshandschoenen.
Rook, drink of eet niet op de werkplek of tijdens het tatoeëren.
Gebruik geen alcohol of drugs vóór en tijdens de werkzaamheden.
Laat geen (huis)dieren toe op de werkplek.
Bekijk voor het tatoeëren altijd goed of er op de huid geen infecties of
andere aandoeningen zichtbaar zijn. Tatoeëer nooit in een beschadigde
huid, in verdikkingen of wratjes. De te tatoeëren huid moet onbeschadigd
zijn. Om medische reden mag u nooit, zonder uitdrukkelijke
toestemming van een arts, op wijnvlekken, moedervlekken en een
aangetaste huid door huidziekten, tatoeëren. Wijnvlekken geven een
grote kans op bloedingen en moedervlekken kunnen niet meer worden
beoordeeld op veranderingen als deze zijn getatoeëerd.
3.2 Gedragscode en leeftijden
Naast persoonlijke hygiëne zijn een aantal gedragsregels van belang:
☺ Zorg dat er altijd iemand in de studio aanwezig is die in het bezit is van
een EHBO-diploma.
Spreek met de cliënt door waarom hij/zij een tatoeage wil en wat de
mogelijke gevolgen kunnen zijn. Aan de cliënt moet de cliëntinformatie
worden uitgereikt (zie bijlage 8.4).
Tatoeëer niet als een cliënt (nog) twijfelt. Geef cliënten altijd de
gelegenheid om de beslissing over het laten aanbrengen van een
tatoeage weloverwogen te nemen.
Laat iedere cliënt een toestemmingsformulier invullen (zie bijlage 8.2).
8 Nitriel onderzoekshandschoenen worden niet aangetast door alcohol, bieden goede
bescherming tegen bacteriën, virussen en chemicaliën en ‘pinholes’ in de handschoen
worden sneller gesignaleerd.
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
12 LCHV conceptversie 19-9-2005
Op het toestemmingsformulier geeft de cliënt aan dat hij/zij is geïnformeerd
en toestemming geeft voor het aanbrengen van een tatoeage.
Bij minderjarige cliënten dient het toestemmingsformulier door de wettelijke
vertegenwoordiger te worden ingevuld en ondertekend. Als een
cliënt het toestemmingsformulier niet heeft ingevuld en ondertekend
mag bij de cliënt geen tatoeage worden aangebracht. Het ingevulde en
ondertekende toestemmingsformulier moet twee jaar bewaard blijven.
Het toestemmingsformulier bevat medische gegevens en moet vertrouwelijk
worden behandeld. Het toestemmingsformulier is alleen ter
inzage voor de tatoeëerder, de cliënt zelf en de GGD-inspecteur die de
jaarlijkse controle uitvoert.
☺ Cliënten voor een tatoeage moeten 16 jaar of ouder zijn. Vraag altijd
naar een legitimatiebewijs als u twijfelt aan de leeftijd van een cliënt.
Behandel geen cliënten die onder invloed zijn van alcohol of drugs.
3.3 Allergische reacties
Bepaalde pigmentkleuren kunnen allergische reacties veroorzaken. De
tatoeage kan dan vervormen en zelfs verdwijnen (het pigment wordt als
het ware opgegeten). Mensen kunnen ook een latexallergie (latex zit soms
in de materialen waarmee wordt gewerkt) hebben. Een allergie manifesteert
zich nooit de eerste keer dat men in aanraking komt met een
bepaalde stof. Pas na meerdere malen in contact te zijn geweest met een
bepaalde stof vertoont het lichaam een allergische reactie. Het is dus niet
zo dat iemand die nog nooit een allergische reactie heeft gehad op een
pigmentstof of op latex, risicoloos getatoeëerd kan worden. Met name een
latexallergie kan zich binnen 15 minuten voordoen (verschijnselen: tong
kan opzwellen, rillen, flauwvallen en soms in shock raken). Voordat men
gaat tatoeëren moet een toestemmingsformulier worden ingevuld. Op het
toestemmingsformulier wordt gevraagd of men bekend is met mogelijke
allergieën.
Iemand die in shock raakt heeft een verminderde toevoer van bloed naar
de hersenen, waardoor men het bewustzijn verliest. Als iemand in shock
raakt is het noodzaak om direct een ambulance te bellen. Het is lastig om
het verschil te zien tussen iemand die flauw valt en iemand die in shock
raakt. Iemand die in shock raakt is vaak onrustig en kortademig voordat hij
of zij het bewustzijn verliest. Iemand die flauw valt komt na enkele minuten
vanzelf weer bij. Bij een shock is dat niet het geval. Als u twijfelt bel dan
direct 112.
3.4 Pijnstilling
Hoewel het aanbrengen van een tatoeage geen medische handeling
betreft, is het toedienen van pijnstilling die daar soms bij gebruikt wordt wel
degelijk een medische handeling. De toepassing van pijnstilling is
gebonden aan wettelijke eisen. Lokale anaesthetica, bijvoorbeeld
Lidocaïne (Xylocaїne®) in de vorm van injecties, spray, crème of pleister,
zijn geneesmiddelen die uitsluitend op recept afgeleverd mogen worden
door een apotheker. Recepten mogen uitsluitend voor worden geschreven
door een arts die daarvoor op individuele gronden een indicatie moet
stellen bij een cliënt. Dit betekent concreet:
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
Richtlijnen technische hygiënezorg (concept) 13
Injecties mogen niet gegeven worden door mensen die daarvoor niet
bevoegd én bekwaam zijn volgens de Wet BIG.
Tatoeëerders mogen geen lokale anaesthetica importeren, hebben of
bewaren ten behoeve van toepassing bij hun cliënten.
Als een cliënt ten behoeve van een tatoeage lokale anaesthesie wil,
dan is dat uitsluitend mogelijk indien een arts lidocaïne/prilocaïne (Emla
®) crème of pleister of Xylocaïne spray voorschrijft. De cliënt kan het
middel dan voor eigen gebruik meenemen naar degene die de tatoeage
gaat aanbrengen. Handel vervolgens als volgt:
Lees goed de gebruiksaanwijzing.
Laat de zalf ca. 20 minuten intrekken.
Verwijder daarna de zalf.
Desinfecteer de huid met een huiddesinfectans.
Start met tatoeëren. Er mag niet worden getatoeëerd terwijl de zalf
nog op de huid zit.
Het toepassen van lidocaïne/prilocaïne (Emla®) crème of pleister bij of
rond de ogen wordt ten zeerste afgeraden in verband met de sterk
oogirriterende werking.
Wees verder voorzichtig met toepassingen op de slijmvliezen (o.a. van
de genitaliën) en de niet-intacte huid. Overdosering kan vergiftigingsverschijnselen
veroorzaken.
☺ Als een cliënt ten behoeve van een tatoeage pijnstilling wil dan is dit
mogelijk met behulp van vrij verkrijgbare middelen als paracetamol9,
ibuprofen of koudspray. Bij alle toepassingen van geneesmiddelen
geldt dat men in het algemeen terughoudend dient te zijn met het
toedienen van geneesmiddelen.
Koudspray werkt zeer oppervlakkig en heeft weinig effect. Indien het te
dicht op de huid of te veel wordt gebruikt kunnen er vriesblaren (vergelijkbaar
met brandblaren) ontstaan. Als er in een vriesblaar wordt getatoeëerd
kan de tatoeage flink ontstoken raken. Gebruik de spray bovendien
in geen geval in het gezicht.
9 Gebruik geen middelen die acetylsalicylzuur bevatten omdat deze een bloedverdunnende
werking hebben (aspirine, acetosal, alka-seltzer, ascal).
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
14 LCHV conceptversie 19-9-2005
4 WERKWIJZE EN BEHANDELING VÓÓR, TIJDENS EN NA HET
TATOEËREN
De wijze waarop voor, tijdens en na het tatoeëren wordt gewerkt is van
wezenlijk belang voor een veilig en goed resultaat. In het onderstaande
hoofdstuk wordt dit nader uitgewerkt.
4.1 Werkwijze vóór en tijdens het tatoeëren
Neem tezamen met de cliënt het toestemmingsformulier door en
controleer of de cliënt alle informatie goed heeft begrepen. Alleen als
de cliënt of de wettelijke vertegenwoordiger, het toestemmingsformulier
heeft ondertekend, kan de tatoeage worden gezet.
Voorkomen moet worden dat tijdens het tatoeëren schadelijke microorganismen
worden overgebracht waardoor de tatoeagewond geïnfecteerd
kan raken.
Onderstaand treft u puntsgewijs de juiste werkwijze aan voor het aanbrengen
van een tatoeage:
Werkwijze:
1) Reinig zorgvuldig de handen met vloeibare zeep uit een dispenser en
droog de handen af met eenmalige handdoekjes of desinfecteer de
handen met handalcohol.
2) Laat de cliënt op behandelstoel of -tafel plaatsnemen.
3) Scheer, afhankelijk van de te tatoeëren plek, de huid. Gebruik voor het
scheren van de huid uitsluitend wegwerpscheermesjes.
4) Desinfecteer de huid met een huiddesinfectans10. Kijk op de verpakking
hoe lang de huiddesinfectans moet inwerken en hou deze inwerktijd
strikt aan. Wacht in ieder geval tot de huid droog is.
5) Teken zonodig de afbeelding op de te tatoeëren plek met behulp van
een doordrukvel of stift. Gebruik voor elke cliënt een nieuw doordrukvel
of nieuwe stift. Gebruik als hechtmiddel voor het doordrukvel een huiddesinfectiemiddel
of een oplossing van water en antibacteriële zeep.
6) Leg alle (steriel verpakte) materialen binnen handbereik klaar.
7) Zet de inktcupjes klaar
8) Reinig of desinfecteer de handen en open of vul daarna de inktcupjes.
Bij het vullen van de inktcupjes mag de punt van de inktflacon het
cupje niet raken. Cupjes mogen niet worden bijgevuld; gebruik bij
onvoldoende inkt altijd een nieuwe cup.
9) Dek het aansluitsnoer en de spuitfles of tuitfles af met een disposable
plastic hoes.
10) Open de verpakkingen van de needlebar en tube peel off (dat wil
zeggen zonder de needlebar/naald of tube aan te raken of het met de
buitenkant van de steriele verpakking in contact te laten komen).
Naald, needlebar of tube ook niet door de papieren zijde van de verpakking
heen drukken).
11) Trek schone onderzoekshandschoenen aan.
12) Zet tube in elkaar en zet vervolgens de needlebar met naald(en)
voorzichtig in de tube (zorg dat de naald niet wordt aangeraakt) en
10 De huiddesinfectans moet voorzien zijn van een RVG-nummer of alcohol 70-80% zijn.
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
Richtlijnen technische hygiënezorg (concept) 15
bevestig deze direct op de tatoeagemachine. Dek de tatoeagemachine
af met een plastic hoesje. Voorkom dat de naald in contact komt met
het plastic hoesje. Zet vervolgens de tatoeagemachine zo neer dat de
naald nergens mee in contact kan komen.
13) Begin met het zetten van de tatoeage.
Maak gebruik van wegwerptissues voor het tussentijds afvegen
van de huid eventueel in combinatie met een vloeibare antibacteriele
zeep vermengd met water.
Gebruik tijdens het tatoeëren zalf (uierzalf of zuurvrije vaseline) uit
een éénpersoonsverpakking.
Breng de zalf op hygiënische wijze, bijvoorbeeld met een schone
disposable spatel, op de huid aan (gebruik bij iedere keer zalf smeren
een schone spatel).
Spoel de naald, bij wisseling van kleur, af in een wegwerpbekertje
of -bakje met schoon water. Gebruik de bekertjes in geen geval
voor meerdere cliënten.
Gooi bij een tussentijdse pauze de onderzoekshandschoenen weg
en reinig of desinfecteer de handen. Reinig of desinfecteer de handen
opnieuw en trek schone onderzoekshandschoenen aan als de
behandeling wordt vervolgd.
Werk rustig en geconcentreerd. Voorkom prikken aan naalden en direct
contact met bloed of wondvocht. BLOED OF WONDVOCHT KAN
BESMET ZIJN. Neem bij een prikongeval altijd direct contact op met de
plaatselijke GGD of met het ziekenhuis (zie hoofdstuk 1.2)
14) Trek na het tatoeëren de onderzoekshandschoenen binnenste buiten
uit en gooi deze weg. Reinig of desinfecteer de handen.
15) Verzorg de getatoeëerde plek op één van de onderstaande wijze.
Gebruik op kleine tatoeages op vlakke delen van het lichaam een
wondspray (methode 1) of een afsluitend wondverband (methode 2).
Methode 2 geeft de minste korstvorming op de wond.
Gebruik bij grote tatoeages of op bewegelijke lichaamsdelen een
wondspray (methode 1) of steriel kompres dat niet aan de wond hecht
(methode 3).
Methode 1 Smeer geen zalf op de wond.
Spray de getatoeëerde plek in met een alcoholvrije
huidbeschermingsfilm.
Breng de alcoholvrije huidbeschermingsfilm aan op een
droge huid, dat betekent dat de tatoeagewond niet meer
mag bloeden. De huidbeschermingsfilm is transparant en
blijft drie tot vijf dagen op de tatoeage zitten.
Breng de huidbeschermingsfilm op een hygiënisch
verantwoorde wijze aan (dat wil zeggen: kom niet met de
handen aan de getatoeëerde plek).
Methode 2 Smeer geen zalf op de wond.
Dek de getatoeëerde plek af met een afsluitend wondverband.
Gebruik hiervoor polyurethaanfolie met een kleeflaag van
medische kwaliteit.
Breng de polyurethaanfolie aan op een droge huid, dat
betekent dat de tatoeagewond niet meer mag bloeden. De
folie is transparant en moet vier tot zes dagen op de tatoeage
blijven zitten. De wond geneest hierdoor zonder
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
16 LCHV conceptversie 19-9-2005
korstvorming.
Breng de polyurethaanfolie op een hygiënisch verantwoorde
wijze aan (dat wil zeggen: kom niet met de handen
aan de getatoeëerde plek).
Methode 3 Smeer geen zalf op de wond.
Dek de getatoeëerde plek af met een steriel kompres dat
niet aan de wond hecht.
Breng het steriele kompres op een hygiënisch verantwoorde
wijze aan (dat wil zeggen: kom niet met de handen
aan de getatoeëerde plek). Het steriele kompres mag
na 2- 4 uur verwijderd worden.
Gebruik voor het vastplakken van het steriele kompres
hechtpleister van medische kwaliteit.
16) Reinig of desinfecteer hierna opnieuw de handen.
17) Gooi restjes inkt, inktcupjes, tissues, plastic afdekhoezen, elastiekje en
disposable rubbertje e.d. direct weg.
18) Demonteer de tube en de needlebar van de tatoeëermachine (voorzichtig,
voorkom prikken aan naalden).
19) Gooi de naald inclusief needlebar direct in de naaldcontainer. Needlebars
eenmalig gebruiken is de veiligste methode. Als u needlebars wilt
hergebruiken moet u als volgt te werk gaan:
Breek met behulp van een tangetje de naalden van de needlebar
en gooi deze direct in de naaldcontainer.
20) Raak de naalden niet met de handen aan.
21) Bewaar gedurende de dag of gedeelte van de dag de vuile tubes (en
eventueel needlebars) in een bakje met een oplossing met een reinigingsmiddel.
Demonteer de verstelbare tubes en leg deze los in het reinigingsmiddel.
22) Zorg ervoor dat het bakje op een veilige plaats staat en niet kan
omvallen.
23) Draag bij deze werkzaamheden altijd onderzoekshandschoenen.
24) Reinig de behandeltafel of –stoel en eventueel omgeving huishoudelijk.
Bij zichtbare bloed of inktsporen moet tevens gedesinfecteerd
worden, zie paragraaf 6.1.
4.2 Werkwijze na het tatoeëren
Aan de cliënt moet mondelinge en schriftelijke instructie worden meegegeven
over het verzorgen van de tatoeage. Het is belangrijk dat de instructies
nauwkeurig worden opgevolgd. In de instructie (zie bijlage 8.3) moet
o.a. staan:
Hoe de tatoeagewond moet worden verzorgd
Wat men gedurende de genezing beter achterwege kan laten.
Dat men bij klachten (hevige roodheid, zwellen, pussen, wondvocht)
contact moet opnemen met de huisarts.
Het is niet toegestaan dat tatoeëerders bij cliënten met klachten zelf
gaan dokteren. Hoewel het aanbrengen van de tatoeage geen heelkundige
handeling is, is het ingrijpen bij mogelijke complicaties tijdens
of na het aanbrengen dat wel. De cliënt moet zich in zo’n geval, voorzover
dat noodzakelijk is, altijd wenden tot een arts.
Het kan voorkomen dat iemand tijdens of na het aanbrengen van de
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
Richtlijnen technische hygiënezorg (concept) 17
tatoeage misselijk wordt en/of dreigt flauw te vallen. Wees vooral op het
laatste alert omdat iemand zich behoorlijk kan bezeren tijdens een val.
Laat iemand na het aanbrengen van de tatoeage nog even liggen of zitten.
Iemand die flauw dreigt te vallen wordt bleek en gaat soms hevig zweten.
Ligt degene nog op de behandeltafel, breng dan de benen omhoog en
geef zonodig iets te drinken of te eten (bijv. druivensuiker). Staat iemand
al, laat hem of haar dan direct gaan zitten en houd het hoofd ca. 1 minuut
tussen de benen (niet doen als iemand misselijk is). Geef daarna zonodig
iets te eten of te drinken. Let vooral op als cliënten trappen op of af
moeten.
Als iemand echt flauw gevallen is (dus even buiten bewustzijn is geweest)
laat hem/haar ca. 10 minuten liggen en zorg er in ieder geval voor dat
degene zich niet bezeert. Als iemand flauw gevallen is kan het gebeuren
dat het lijkt alsof iemand een epileptische aanval krijgt (trekkingen met
armen en benen). Reageer zo rustig mogelijk en zorg dat degene zich niet
bezeert of valt. Zie voor allergische reacties, hoofdstuk 3.2.
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
18 LCHV conceptversie 19-9-2005
5 BEWAREN EN TRANSPORT VAN GEBRUIKTE INSTRUMENTEN
Tijdens het bewaren en transport van gebruikte instrumenten kunnen
micro-organismen zich vermenigvuldigen. Gebruikte instrumenten moeten
om die reden zorgvuldig worden bewaard en getransporteerd. In het
onderstaande hoofdstuk wordt dit nader uitgewerkt.
5.1 Bewaren van gebruikte instrumenten
Gooi gebruikte naalden en needlebar direct na gebruik in de naaldencontainer;
Gooi tissues, inktcupjes en onderzoekshandschoenen direct na
gebruik in de vuilnisbak.
Andere instrumenten, tubes (en eventueel needlebars) worden hergebruikt.
Behandel deze instrumenten als volgt:
Bewaar het instrumentarium in een lekvrije bak, met daarin een
inzetbakje met gaatjes.
Vul de lekvrije bak met een oplossing met een reinigingsmiddel.
Vervang de oplossing dagelijks.
Zorg ervoor dat de bak op een veilige plaats staat en niet kan omvallen.
Giet de oplossing vlak voor verdere verwerking (ultrasoon reinigen of
transporteren) af en neem de inzet uit de bak. Spoel de inzetbak met
inhoud met koud water af. Draag hierbij bij voorkeur een disposable
schort.
Reinig de bak en inzetbak huishoudelijk na ieder gebruik.
Materialen waarvan de steriele verpakking is geopend, maar niet zijn
gebruikt, moeten als mogelijk besmet worden beschouwd en dus voor een
volgend gebruik opnieuw worden gereinigd en gesteriliseerd.
5.2 Transport van gebruikte instrumenten
Het kan voorkomen dat besmet instrumentarium eerst vervoerd moet
worden naar een andere locatie alvorens het gereinigd en gesteriliseerd
kan worden. Besmette instrumenten die hergebruikt moeten worden,
kunnen op verschillende manieren (droog, nat of vochtig) worden vervoerd,
maar de meest voor de hand liggende manier is ‘vochtig’ vervoer.
Vochtig vervoer gaat als volgt:
Zet de inzetbak met afgespoeld instrumentarium in een afsluitbare,
lekvrije (kunststof) transportbak. De bak moet goed reinigbaar zijn.
Sluit de bak goed af tijdens vervoer.
Zorg tijdens het vervoer voor een fysieke scheiding tussen het schone
en het vuile materiaal.
Reinig de bak en inzetbak huishoudelijk na ieder gebruik.
Reinig het transportmiddel huishoudelijk na het vervoer.
Gebruikte naalden moeten altijd in een afgesloten UN-gekeurde
naaldcontainer worden vervoerd.
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
Richtlijnen technische hygiënezorg (concept) 19
6 REINIGING, DESINFECTIE EN STERILISATIE
Ter voorkoming van besmetting met micro-organismen, moeten de
instrumenten en de omgeving zorgvuldig worden schoongemaakt.
Met name het schoonmaken van instrumenten die de huid doorboren of
die met de beschadigde huid in contact komen, vraagt extra inspanning.
In dit hoofdstuk wordt het schoonmaken nader uitgewerkt.
Reiniging en desinfectie van het materiaal en de werkplek
Goed schoonmaken is een van de belangrijkste maatregelen om verspreiding
en groei van micro-organismen te voorkomen.Voor de goede orde
enkele begrippen:
(Huishoudelijk) reinigen is het verwijderen van los of aangekleefd vuil.
Ultrasoon reinigen is het verwijderen van aangekleefd vuil met behulp
van een trilapparaat. In een ultrasoon reinigingsbad wordt al het vuil los
getrild. Een ultrasoon reinigingsbad is met name geschikt om vuil te
verwijderen op plaatsen die minder goed bereikbaar zijn met een borstel of
iets dergelijks.
Desinfecteren is het zodanig behandelen van instrumenten of oppervlakken
dat alle micro-organismen worden gedood, of tot aanvaardbare
aantallen worden teruggebracht. In de praktijk komt het er op neer dat de
meeste ziekmakende micro-organismen worden vernietigd.
Thermisch desinfecteren is een combinatie van reinigen en desinfecteren
bij een hoge temperatuur. Thermisch desinfecteren wordt vaak
uitgevoerd met behulp van een instrumentenwasmachine.
Steriliseren is het doden van alle nog aanwezige micro-organismen.
Steriel wil zeggen dat er zich geen levende organismen meer op of in de
gesteriliseerde voorwerpen bevinden.
6.1 De werkplek schoonmaken
Maak de werkplek na iedere cliënt zorgvuldig schoon met een
allesreiniger en schone doek.
Wees voorzichtig met huidbeschadigingen aan uw eigen huid. Draag
bij het schoonmaken onderzoekshandschoenen.
Meng het reinigingsmiddel niet met andere middelen. Huishoudelijk
reinigen is in vrijwel alle gevallen voldoende. Indien er bloed- of inktspatten11
zichtbaar zijn dan is desinfectie noodzakelijk. Ga daarbij als
volgt te werk :
Neem de bloed- of inktspatten met keukenrolpapier op (draag
hierbij onderzoekshandschoenen);
Maak het oppervlak schoon met een allesreiniger;
Droog het oppervlak;
Desinfecteer ‘on the spot’ (= op de plek waar het bloed of inkt zat)
met een ruime hoeveelheid alcohol 70-80% en laat de alcohol aan
de lucht drogen.
Gebruik geen geprepareerde alcoholdoekjes, maar gebruik alcohol
70 – 80% uit een fles en een schone tissue. Het alcoholpercentage
11 Als inkt van de naald afkomstig is, is de kans groot dat er ook bloed of wondvocht bij zit.
Om die reden moeten inktspatten afkomstig van de naald na huishoudelijk reinigen
gedesinfecteerd worden.
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
20 LCHV conceptversie 19-9-2005
in geprepareerde alcoholdoekjes vermindert na verloop van tijd.
Maak vloeren en wanden etc. van de studio met een huishoudelijk
reinigingsmiddel schoon (zo vaak als nodig om geen zichtbaar vuil te
hebben).
Alcohol is erg brandbaar, dus niet roken en geen open vuur tijdens
werkzaamheden met alcohol 70-80%. Houd de fles met alcohol zoveel
mogelijk gesloten.
Desinfectiemiddelen met een CE-markering.
Onder de Wet op de medische hulpmiddelen vallen alle desinfectiemiddelen
die gebruikt worden bij een specifiek medisch hulpmiddel of bij een
groep medische hulpmiddelen. Omdat ze expliciet bestemd zijn voor zo’n
specifiek medisch hulpmiddel mogen ze dus niet gebruikt worden voor
andere doeleinden, ook al zou het betreffende desinfectiemiddel daar wel
geschikt voor zijn. De reden hiervoor is dat een desinfectiemiddel met een
CE-markering geen toelating voor dat doel heeft gekregen op de Nederlandse
markt.
6.2 Instrumenten reinigen, desinfecteren of steriliseren
Reinigen volstaat voor alle instrumenten en materialen die niet in aanraking
komen met de huid van de cliënt én niet bevuild zijn met bloed.
Desinfecteren is noodzakelijk voor alle instrumenten en materialen die
bevuild zijn met bloed, maar niet gesteriliseerd worden.
Steriliseren is noodzakelijk voor alle instrumenten die de huid doorboren
(naald) of in contact kunnen komen met de beschadigde huid (needlebar
en tube). Als basisregel geldt: reinigen gaat altijd vooraf aan desinfecteren
of steriliseren.
Reinig en steriliseer de needlebar met naald(en) nadat die zijn
gesoldeerd.
Reinig en steriliseer de tube en needlebar (als die niet disposable is)
na gebruik.
Reinig en desinfecteer de tatoeagemachine, het aansluitsnoer en de
andere toebehoren als bloed of inktsporen zichtbaar zijn (dit kan het
geval zijn ondanks het feit dat de tatoeagemachine en het aansluitsnoer
e.d. met een plastic hoes zijn afgedekt)
Reinig en desinfecteer de inbussleutel waarmee de tube in elkaar
wordt gezet na gebruik, de tang waarmee naalden van de needlebar
worden afgebroken na gebruik (indien geen gebruik wordt gemaakt
van eenmalige needlebars) en eventueel de inktcuphouder. Voor een
uitgebreide beschrijving van de methode “Desinfectie van instrumentenâ€Â
wordt verwezen naar bijlage 8.7.
wijze van gebruik: schoonmaakmethode:
komt niet in aanraking met de huid en is niet
met bloed bevuild
reinigen
bevuild met bloed reinigen en desinfecteren
komt in aanraking met de beschadigde huid of
doorboort de huid
reinigen en steriliseren
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
Richtlijnen technische hygiënezorg (concept) 21
6.3 Ultrasoon reinigen
Alvorens te desinfecteren of te steriliseren moeten de gebruikte instrumenten
worden gereinigd. Het reinigen mag niet handmatig gebeuren, maar
moet met een ultrasone reiniger worden uitgevoerd.
Bij ultrasoon reinigen wordt aangekleefd vuil (lichaamsvocht en bloed) los
getrild. Dit geldt met name voor de tubes (en needlebars als die niet
disposable zijn).
Neem bij het gebruik van het ultrasoonbad onderstaande punten in acht:
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing voor het door de fabrikant aanbevolen
reinigingsmiddel of maak gebruik van het middel dat de geschikt is
voor ultrasone reiniging (staat op de verpakking of bijsluiter).
Zorg dat de ultrasoon vloeistof niet warmer wordt dan 45 °C.
Let op de in de gebruiksaanwijzing aangegeven minimaal vereiste
hoeveelheid ultrasoon vloeistof en zorg er voor dat het instrumentarium
volledig onder de vloeistof ligt.
Vervang de ultrasoon vloeistof bij zichtbare verontreiniging, maar in
ieder geval dagelijks.
Reinig bij het vervangen van de ultrasoon vloeistof eerst de mandjes
en de binnenkant van de ultrasoon met disposable materiaal.
Kom niet met de handen in de ultrasoon als in werking is. Hierbij
kunnen namelijk celbeschadigingen optreden.
Sluit, indien de ultrasoonreiniger in werking is, deze altijd af met een
deksel. Door het trillen ontstaan aërosolen, die mogelijk besmet zijn
met micro-organismen.
Werkwijze:
1) Zet het ultrasoon reinigingsbad ca. tien minuten voor aanvang van het
ultrasoon reinigen aan, om het verse water te ontgassen. Opgeloste
gassen, normaal aanwezig in vers water, verminderen het ultrasone
reinigingseffect.
2) Trek onderzoekshandschoenen aan.
3) Neem de inzetbak met de instrumenten uit de bewaarbak met het
reinigingsmiddel.
4) Spoel de instrumenten af onder stromend koud water. Om de binnenzijde
van de tubes te reinigen kan een pijpenrager gebruikt worden. De
pijpenrager moet disposable of steriliseerbaar zijn. Wees voorzichtig
met het handmatig reinigen. Tips e.d. kunnen scherp zijn!
5) Gebruik een inzetmandje om de instrumenten in het ultrasoon
reinigingsbad te leggen.
6) Los het ultrasoon reinigingsmiddel middel volgens de gebruiksaanwijzing
op.
7) Plaats het mandje met de instrumenten in het ultrasoon reinigingsbad.
8) Sluit de deksel.
9) Stel de juiste reinigingstijd in (meestal minimaal 4 minuten, maar
raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw apparaat).
10) Neem het mandje uit het ultrasoon reinigingsbad en spoel de instrumenten
met voldoende warm water.
Spoel daarna de instrumenten en sieraden met gedemineraliseerd
water (dit ter bescherming van uw instrumenten).
11) Trek de onderzoekshandschoenen uit, gooi deze weg en reinig of
desinfecteer de handen zorgvuldig.
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
22 LCHV conceptversie 19-9-2005
12) Droog de instrumenten goed met een schone doek, tissue of keukenrol
voordat ze verpakt worden in laminaatzakjes.
13) Controleer de instrumenten op beschadigingen en roest.
Roest kan het gevolg zijn van onvoldoende reiniging. Met name bloedresten
werken bijzonder corrosief, ook op roestvrij stalen instrumenten.
6.4 Het verpakken van de instrumenten
Het verpakken van de instrumenten is nodig om steriele materialen steriel
te houden. Het is niet mogelijk onverpakte instrumenten steriel te bewaren.
Bij het verpakken van de instrumenten moeten onderstaande punten in
acht worden genomen.
Werkwijze:
1) Zorg dat de instrumenten droog zijn voordat deze worden verpakt in de
laminaatzakjes.
2) Verpak de needlebar en tube in aparte laminaatzakjes. Zet needlebar
en tube pas vlak voor gebruik in elkaar, zie paragraaf 4. Verpak de
onderdelen van deelbare tubes los van elkaar (mogen wel in één laminaatzakje).
3) Seal of plak de laminaatzakjes zodanig dicht dat er altijd een peel-off
naad van minimaal 2 cm. vrij blijft waarmee het laminaatzakje later
weer gemakkelijk kan worden geopend (gebruik geen nietmachine om
de zakjes te sluiten). Houd aan de andere zijde een sealnaad van 0,8
cm. aan.
6.5 Het steriliseren van instrumenten
Het steriliseren van instrumenten vindt plaats in de stoomsterilisator, zie
hoofdstuk 2.2.5. In de stoomsterilisator moet de juiste temperatuur en de
juiste druk worden opgebouwd.
De stoomsterilisator moet regelmatig technisch worden getest. Raadpleeg
voor de frequentie het voorschrift van de fabrikant (zie bijlage 8.6).
Bij het steriliseren moeten onderstaande punten in acht worden genomen:
Belaad de sterilisator niet te vol (volg de aanwijzingen van de fabrikant).
Leg de laminaatzakjes nooit op de laminaatzijde (doorzichtige zijde).
Als de instrumenten niet rechtop kunnen worden gezet, verspreid dan
de laminaatzakjes over de tray. Leg de zakjes op de papierzijde en niet
op elkaar.
Zorg dat de laminaatzakjes niet tegen de wanden van de sterilisator
liggen.
Werkwijze:
1) Zet of leg de laminaatzakjes op de voorgeschreven wijze in de
sterilisator.
2) Stel het sterilisatieprogramma in.
3) Check de temperatuur- en drukmeter op uw stoomsterilisator.
4) Doorloop het volledige sterilisatieprogramma (inclusief droogprogramma).
5) Neem de droge gesteriliseerde verpakkingen voorzichtig uit de
sterilisator en voorkom beschadigingen van de verpakking.
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
Richtlijnen technische hygiënezorg (concept) 23
6.6 Het bewaren van gesteriliseerde instrumenten
In principe blijft de inhoud van de verpakking steriel zolang de verpakking
droog en onbeschadigd is.
Bewaar de laminaatzakken nooit langer dan de expiratiedatum die op
de verpakking van de laminaatzakken staat aangeduid.
Bewaar door u zelf gesteriliseerde instrumenten maximaal zes
maanden, mits de opslag van gesteriliseerde producten netjes en
ordelijk gebeurt.
Gesteriliseerde producten zijn kwetsbaar, de steriliteit gaat eenvoudig
verloren. Neem daarbij de volgende regels in acht:
Schrijf niet op de verpakking.
Maak geen bundels van laminaatzakken. Gebruik geen nietjes,
paperclips of elastiekjes.
Prop laminaatzakjes niet in kastjes en laatjes.
Bewaar laminaatzakjes niet op plaatsen waar ze nat kunnen worden,
zoals het aanrecht.
Gebruik het gesteriliseerde instrument niet als de verpakking:
beschadigd of gescheurd is;
(deels) geopend is;
vochtig is of vochtkringen vertoond;
vuil is geworden.
Werkwijze:
1) Plak een sticker met de sterilisatiedatum op de laminaatzijde van de
verpakking.
2) Berg de gesteriliseerde verpakte instrumenten zorgvuldig op.
3) Gebruik de door uzelf gesteriliseerde instrumenten binnen zes
maanden (mits onbeschadigd).
4) Gebruik de door de fabrikant gesteriliseerde materialen niet langer dan
de aangegeven uiterste gebruiksdatum (mits onbeschadigd).
5) Hanteer het principe first in, first out (dus wat het eerst geleverd en
gesteriliseerd is, wordt als eerste gebruikt).
6) Berg de gesteriliseerde verpakte instrumenten bij transport op in een
goed afsluitbare schone kunststof box.
6.7 Wasgoed
Vuile doeken en werkkleding kunnen door bloedspatten besmet worden
met schadelijke micro-organismen (bacteriën en virussen). Mogelijk
besmet wasgoed moet na gebruik op een hoge temperatuur gewassen
worden om schadelijke micro-organismen te doden.
Verwijder dagelijks het vuile wasgoed uit de werkruimte.
Verzamel de vuile was in een wasmand.
Vervoer het vuile wasgoed altijd in gesloten (plastic) zakken.
Was het wasgoed met een totaalwasmiddel (dus geen fijnwasmiddel of
een wasmiddel voor speciale kleuren). Een wastemperatuur van 60 °C
geeft een goed resultaat. De hoge temperatuur is nodig voor het doden
van HIV en Hepatitis B en C virus.
Gebruik geen verkort wasprogramma.
Hou het schone en het vuile wasgoed gescheiden van elkaar.
☺ Droog de was in een wasdroger.
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
24 LCHV conceptversie 19-9-2005
7 TOEZICHT EN HANDHAVING
7.1 Toezicht
7.2 Handhaving
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
Richtlijnen technische hygiënezorg (concept) 25
8 BIJLAGEN
8.1 WETGEVING
Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren
26 LCHV conceptversie 19-9-2005
8.2 TOESTEMMINGSFORMULIER12
Ondergetekende, (naam) —————————————————————–
verklaart hierbij het volgende:
• De keuze om een tatoeage te laten zetten heb ik weloverwogen en uit
vrije wil genomen.
• Voor en tijdens de behandeling was ik niet onder invloed van alcohol of
drugs.
• Ik ben geïnformeerd over de risico’s die kunnen ontstaan als gevolg
van het zetten van de tatoeage, zoals infecties, littekenvorming en
allergische reacties.
• Ik heb op dit moment geen verkleuringen, zwellingen, bulten of enige
andere vorm van irritatie op mijn lichaam en beschouw mezelf gezond
genoeg om deze tatoeage te laten zetten.
• Ik gebruik op dit moment geen antistollingsmiddelen.
- Indien uw tatoeage dient ter camouflage van een bestralings- of operatie
litteken bespreek dit dan eerst met de arts door wie u bent behandeld of door
wie u wordt gecontroleerd.
- Indien u bij een dermatoloog onder behandeling bent, raadpleeg deze dan alvorens u
besluit een tatoeage te laten zetten.
- Het wordt zwangeren afgeraden om een tatoeage te laten aanbrengen in verband met
verhoogde gevoeligheid voor infecties.
Ik lijd wel/niet aan enige vorm van:
• hemofilie ——————— wel/niet
• chronische huidziekte —- wel/niet
• contactallergie————– wel/niet
• diabetes———————- wel/niet
• immuunstoornis———— wel/niet
• hart en vaatafwijkingen – wel/niet
Het aanbrengen van een tatoeage wordt sterk afgeraden als één of
meerdere keren ‘wel’ van toepassing is.
Ik heb de volgende schriftelijke informatie van de behandelaar ontvangen:
1) Informatie over de risico’s van tatoeages.
2) Nazorginstructie voor tatoeages.
naam: ———————————————————————————————–
adres: ———————————————————————————————–
woonplaats: ———————————————————