ggd

  • diel

    hoe zit het nu met de ggd regels, ik heb begrepen dat dit buiten amsterdam gewoon richtlijnen zijn. wat zijn dan die richtlijnen, elke tattooshop smijt met ik werk volgens de ggd regels maar waar kan ik die dan lezen en of vinden, tuurlijk het verhaaltje met de handschoenen en schone naalden begrijp ik, maar hoe zit het nu met de autoclaaf b is deze dan wel verplicht, als de ggd richtlijnen zijn

    is een stoom autoclaaf dan niet genoeg? hoe zit het met de tegels tot hoe hoog moet dit, en het wasgedeelte ? enz.

    aan welke eisen moet een tattooshop voldoen of een zolderkamer wil je een ggd

    goedkeuring krijgen? zodat je een kvk kunt aanvragen

    wat zijn dan die regels en wat als je je niet volledig aan die richtlijnen houd maar toch wel hygenisch en goed werkt, maar je bv geen waterwasgelegenheid binnen zoveel meter hebt, noem maar ff wat…

  • whatever

    http://www.ggdkennisnet.nl/kennisnet/32363

    Denk dat hier wel wat info te vinden is voor je.

  • *****Klaus Ringmaster*****

    Nota Bene.

    Dit is wel een concept (het zoveelste !!), maar de grote lijnen liggen daar wel in beschreven. Vandaag is daar nog over vergaderd, maar echt grote wijzigingen zijn daar niet meer in te verwachten.

    Dussssssssssssss…………….richt je studio in volgens deze richtlijnen, en werk volgens deze richtlijnen………………..en dan mag je misschien wel open blijven !!! :-)

    Je bent namelijk zelf verplicht om een keuring door de GGD te laten uitvoeren, en als je dat vergeet (omdat je dat gewoonweg niet weet) kunnen “ze” besluiten dat je winkel niet meer open mag na invoering van de nieuwe “spelregels”.

    Groetjes, Klaus (geen “prikschilder”, maar omdat ik “huisbaas” ben van zo'n kunstenaar, wel direct betrokken bij dat verhaal)

  • diel

    men kan alleen je shop sluiten als er een verordening is en die is alleen in amsterdam, in andere steden hebben ze alleen een informatieve functie

    natuurlijk ben ik er voor zoveel mogelijk deze regels te volgen

    maar wat zijn dan die volledige regels

    ja je kunt ze kopen bij de ggd over commercieel gesproken

    per richtlijn 25 euro

    hoeveel richtlijnen zijn er dan

    stel je voor 20 richtlijnen das aardig prijzig

    is er dan niemand die die regels op het net wil zetten.

    lees dit kwam ik gisteren ergens tegen

    beoordeling kwaliteit

    Een GGD kan de kwaliteit van de tatoeëer- en piercingstudio’s onderzoeken. Dit kan op twee manieren, wettelijk of adviserend.

    1. Wanneer een gemeente een gezondheidsverordening heeft, zoals in Amsterdam, kan de GGD onaangekondigd de tatoeëer- en piercingstudio’s controleren en moeten de medewerkers van de GGD worden toegelaten. Als niet aan de eisen wordt voldaan, kunnen sancties worden opgelegd waaronder sluiting.

    2. Er is sprake van een advies als er geen wettelijke basis is. Omdat Rotterdam geen verordening heeft, is dit de situatie in Rotterdam. In 2001 is de GGD begonnen met het geven van adviezen door alle tatoeëer- en piercingstudio’s te benaderen. Hen is aangeboden om de kwaliteit van de hygiëne te laten beoordelen door een technisch hygiënist. Bij een bezoek wordt gekeken naar de inrichting, de apparatuur, de werkwijze en de schoonmaak (o.a. steriliseren). Van dit bezoek wordt een rapportage en beoordeling gemaakt. De beoordeling kan slecht, matig of goed zijn. Bij een matige of slechte hygiënische beoordeling wordt er vanuit gegaan dat de studio de nodige actie onderneemt om de situatie te verbeteren. Na enige tijd wordt de studio door de GGD opnieuw gecontroleerd. De kosten van een dergelijk hygiëneonderzoek variëren tussen de ƒ 600,- en ƒ 900,-.

    Kwaliteit tatoeëer- en piercingstudio’s Rotterdam

    Van het aanbod van de GGD heeft tot nu toe één studio (Tattoo Studio West) gebruik gemaakt. Deze studio heeft een positieve beoordeling gehad. Deze beoordeling is geldig voor een jaar waarna de studio opnieuw wordt beoordeeld. Over de kwaliteit van de overige voorzieningen kan de GGD niet oordelen. Het feit dat deze studio’s geen gebruik maken van de diensten van de GGD, hoeft niet te betekenen dat de kwaliteit van de hygiëne slecht is. Immers door jarenlange ervaring en door het toepassen van de juiste richtlijnen kan de kwaliteit wellicht goed zijn. Alleen ontbreekt het zicht hierop. Wel is duidelijk geworden dat een aantal studio’s, vanwege de prijs, zichzelf niet door de GGD wil laten controleren en adviseren. Overheidstoezicht vinden zij zeker nodig maar dan ook gefinancierd door de overheid. In overleg met de studio’s zal worden bekeken welke mogelijkheden hiervoor zijn. Ondermeer wordt onderzocht of een gezondheidsverordening door de gemeente Rotterdam kan worden gemaakt, waarmee dit toezicht wettelijk mogelijk wordt.

    Hygiënerichtlijnen tatoeëer- en piercingstudio’s

    Wanneer u, ondanks eerder genoemde risico’s, toch besluit om een tatoeage of piercing te plaatsen, kunt u zelf opletten of er goed en hygiënisch gewerkt wordt. Hiervoor geven wij de volgende informatie: Er is een landelijke hygiënerichtlijn voor tatoeëren en voor piercen. Deze is ontwikkeld door de GG &GD Amterdam en bij de afdeling hygiëne en preventie te bestellen voor ƒ 52,50 per richtlijn: tel 020 5555581, fax 020 5555533, email hygiene@gggd.amsterdam.nl

    Algemene richtlijnen voor tatoeëren en piercen zijn:

    Een tatoeëerder of piercer draagt dagelijks schone kleding, wast voor elke tatoeage zorgvuldig de handen en draagt latex of vinyl handschoenen waar dat staat voorgeschreven. Belangrijk om te weten is dat via kleding en handen (met of zonder handschoenen) veel micro-organismen (bacteriën, virussen), kunnen worden overgebracht.

    Het is sterk aan te bevelen dat de tatoeëerder of piercer een geldig EHBO-diploma heeft.

    Met de klant moet worden afgesproken waarom hij of zij een tatoeage of piercing wil en wat de mogelijke gevolgen kunnen zijn. Aan de klant moet vooraf schriftelijke informatie worden gegeven.

    De klant moet voldoende tijd krijgen om een weloverwogen beslissing te nemen voor het aanbrengen van een tatoeage of piercing. Zolang de klant twijfelt moet geen tatoeage of piercing worden aangebracht.

    Iedere klant die een piercing wil, moet een formulier ‘informed consent’ krijgen. Dit is een formulier waarop men aangeeft dat men is geïnformeerd en toestemming geeft voor het aanbrengen van een piercing. Als dit niet is ondertekend door de klant, mag geen piercing worden aangebracht. Het formulier moet 10 jaar worden bewaard en moet vertrouwelijk worden behandeld omdat het medische gegevens bevat.

    Klanten moeten 18 jaar of ouder zijn en gevraagd worden naar een legitimatie als getwijfeld wordt over de leeftijd. Als een klant jonger is dan 18 jaar is schriftelijke toestemming nodig van een ouder of verzorger. Daarbij moet de tatoeëerder telefonisch contact opnemen met de verzorger om na te gaan of de schriftelijke informatie klopt.

    De ongeschreven code geldt dat er niet op handen en het gelaat wordt getatoeëerd. Er is een medische reden om niet op wijnvlekken en moedervlekken te tatoeëren. Wijnvlekken geven een grote kans op bloedingen en moedervlekken kunnen niet meer worden beoordeeld op veranderingen als ze zijn getatoeëerd.

    Wat betreft piercings geldt dat piercings in de vlakke huid zoals op armen, borst, nek en voorhoofd sterk zijn af te raden omdat ze moeilijk genezen en het bijna altijd zal uitgroeien. Een piercing in de clitoris geeft vrijwel nooit het gewenste resultaat, groeit vaak uit en is medisch onverantwoord. Ook een piercing overdwars in de tong is medisch onverantwoord omdat de kans erg groot is dat er bloedvaten worden geraakt. Een piercing tussen duim en wijsvinger geneest zeer slecht vanwege de bewegelijkheid van de hand. Een piercing in de wang is zeer discutabel (er ontstaat vaak een kuiltje). Verder zijn alle piercings in de buurt van belangrijke zenuwen en grote (slag)aders te gevaarlijk. Bij twijfel over een te piercen plek, moet deze niet worden uitgevoerd.

    Klanten die onder invloed staan van drugs en alcohol mogen niet worden getatoeëerd.

    Na het zetten van de tatoeage moet de getatoeëerd plek met zalf worden ingesmeerd. De zalf moet uit een tube of een pot met schone spatel worden gehaald en met schone handschoenen of een tissue op de huid worden gesmeerd. Bij meer zalf weer een schone spatel gebruiken.

    De getatoeëerde plek wordt met een vaselinekompres afgedekt die niet aan de wond hecht.

    Na een tatoeage of piercing moet een schriftelijke instructie worden gegeven over de verzorging. In de instructie voor een tatoeage moet o.a. staan dat men bij klachten (hevige roodheid, zwellen, pussen wondvocht) contact op moet nemen met de huisarts. In de instructie voor piercen moet o.a. staan dat voor en na het verzorgen van de piercing de handen moeten worden gewassen, het wordt afgeraden om pleisters of verband over de piercing te dragen, de piercing moet zoveel mogelijk worden drooggehouden en het dragen van strakke of vuile kleding wordt vermeden.

    Heeft u nog vragen over piercen of tatoeëren dan kunt u contact opnemen met de GGD afdeling Medische Milieukunde, telefoon 4339894 of u kunt uw vraag per email stellen.

  • ta2granny

    ach ja…de autoclaaf en de ultrasonic….ja…die moet je hebben en die moet ook aan bepaalde eisen voldoen..net als t papier wat je gebruikt om in te sealen….om heel eerlijk te zijn…veel tattooeerders gebruiken tegenwoordig materiaal dat al steriel gekocht kan worden of wegwerpspullen(ik vind die kunsstof wegwerptubes trouwens niet fijn werken,dus ik maak nog gewoon steriel)…We hebben en krijgen zoveel regels,dat ook de ggd niet altijd weet waar ze op moeten letten…..en de tandarts waar ik kom in zn hypermoderne praktijk en gesubdieerde apparatuur heeft zn tangen nog steeds gewoon in een la liggen….niet ingeseald.

    Op mijn opmerking dat ik daar niet mee weg zou komen volgens de richtlijnen zei hij alleen maar dat je ook kunt overdrijven en dat er bij controle niets van gezegd was….

    Waarom wordt er bij artsen als vanzelf vanuit gegaan dat t wel goed zal zitten..alleen omdat ze dokter voor hun naam hebben staan?

    De meeste shops zullen hun uiterste best doen om t zo steriel mogelijk te houden..niet alleen voor de klant,maar ook voor onszelf!!!Wij moeten immers de gebruikte naalden en de bebloedde tissues weggooien….

    Maar als je meer wilt weten of de richtlijnen..op de site van de bond voor tattooeerders staat een hele lijst en is vrij ter inzage ….

    Het is een hele lijst,dus je bent wel ff aan t lezen….groetjes..ta2granny

  • ***** Intiem *****

    H Y G I Ë N E R I C H T L I J N E N

    V O O R

    T A T O E Ë R E N

    S E P T E M B E R 2 0 0 5

    Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid

    Postbus 2200

    1000 CE Amsterdam

    tel: 020 555 54 15

    fax: 020 555 56 71

    e-mail: info@LCHV.nl

    internet: www.ggdkennisnet.nl/lchv

    De richtlijnen zijn in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid,

    Welzijn en Sport opgesteld door Mw. J. Worp van het Landelijk Centrum

    Hygiëne en Veiligheid.

    Met dank aan Dhr. Drs. H.R. Reus van de Keuringsdienst van Waren, Dhr.

    Ir. A.C.P. de Bruijn en de Dhr. Ir. A.W. van Drongelen van het Rijksinstituut

    voor Volksgezondheid en Milieu te Bilthoven, Dr. H.J.C. de Vries, Afdeling

    Dermatologie, Academisch Medisch Centrum Amsterdam tevens SOA

    polikliniek, GGD Amsterdam, Dhr. en mw. Souisa en Dhr. en mw. Dijkstra

    namens de Nederlandse Bond van Tatoeëerders, Dhr. B. Moelker van

    Tattoo Bob, Dhr. R. Admiraal van Admiraal Tattoo Studio, Dhr. G. Schory

    van BS Trading, Dhr. P. Zevenbergen van Medeco, Mw. T. Daha van de

    Werkgroep Infectiepreventie, Dhr. Dr. H. Schilthuis van de Inspectie

    Gezondheidszorg, Dhr. B.J. Bos van de Landelijke Coördinatiestructuur

    Infectieziektebestrijding, Mw. Drs. M.A. van Vugt van het Ministerie van

    Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Mw. H. van Herpen van de GGD Hart

    voor Brabant,Mw. M. Moritz-Berends van de GGD Kop van Noord Holland,

    Mw. Drs. W. Kunst van de Hulpverleningsdienst Groningen, Dhr. A.

    Boonstra en Mw. F.E.M. Aanhane van de GGD Amsterdam.

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    Richtlijnen technische hygiënezorg LCHV Conceptversie: 19-9-2005

    INHOUDSOPGAVE

    INLEIDING………………………………………………………………………………………1

    1 BESCHERMING TEGEN BLOEDOVERDRAAGBARE ZIEKTEN…3

    1.1 VACCINATIE TEGEN HEPATITIS B……………………………………………………….3

    1.2 PRIKKEN AAN EEN GEBRUIKTE NAALD…………………………………………………3

    2 BOUW, INRICHTING EN APPARATUUR TATOEAGESTUDIO……5

    2.1 BOUW EN INRICHTING……………………………………………………………………..5

    2.2 APPARATUUR EN MATERIAAL ……………………………………………………………6

    2.2.1 Tatoeagemachine, naalden, needlebar en tubes…………………………6

    2.2.2 Naaldcontainer ………………………………………………………………………..7

    2.2.3 Inkt- en pigmentstoffen……………………………………………………………..7

    2.2.4 Ultrasoon reinigingsbad ……………………………………………………………8

    2.2.5 Stoomsterilisator………………………………………………………………………8

    2.2.6 Laminaatzakjes………………………………………………………………………10

    3 ALGEMENE RICHTLIJNEN …………………………………………………….11

    3.1 PERSOONLIJKE HYGIËNE EN HYGIËNISCHE WERKWIJZE………………………..11

    3.2 GEDRAGSCODE EN LEEFTIJDEN ………………………………………………………11

    3.3 ALLERGISCHE REACTIES………………………………………………………………..12

    3.4 PIJNSTILLING……………………………………………………………………………….12

    4 WERKWIJZE EN BEHANDELING VÓÓR, TIJDENS EN NA HET

    TATOEËREN…………………………………………………………………………………14

    4.1 WERKWIJZE VÓÓR EN TIJDENS HET TATOEËREN…………………………………14

    4.2 WERKWIJZE NA HET TATOEËREN……………………………………………………..16

    5 BEWAREN EN TRANSPORT VAN GEBRUIKTE INSTRUMENTEN18

    5.1 BEWAREN VAN GEBRUIKTE INSTRUMENTEN……………………………………….18

    5.2 TRANSPORT VAN GEBRUIKTE INSTRUMENTEN…………………………………….18

    6 REINIGING, DESINFECTIE EN STERILISATIE…………………………19

    6.1 DE WERKPLEK SCHOONMAKEN ……………………………………………………….19

    6.2 INSTRUMENTEN REINIGEN, DESINFECTEREN OF STERILISEREN………………20

    6.3 ULTRASOON REINIGEN…………………………………………………………………..21

    6.4 HET VERPAKKEN VAN DE INSTRUMENTEN ………………………………………….22

    6.5 HET STERILISEREN VAN INSTRUMENTEN……………………………………………22

    6.6 HET BEWAREN VAN GESTERILISEERDE INSTRUMENTEN………………………..23

    6.7 WASGOED…………………………………………………………………………………..23

    7 TOEZICHT EN HANDHAVING…………………………………………………24

    7.1 TOEZICHT……………………………………………………………………………………24

    7.2 HANDHAVING……………………………………………………………………………….24

    8 BIJLAGEN……………………………………………………………………………..25

    8.1 WETGEVING…………………………………………………………………………….25

    8.2 TOESTEMMINGSFORMULIER…………………………………………………..26

    8.3 NAZORGINSTRUCTIE VOOR TATOEAGES ………………………………27

    8.4 INFORMATIE OVER DE RISICO’S VAN TATOEAGES ……………….28

    8.5 HANDHYGIENE MEDEWERKERS……………………………………………..30

    8.6 PERIODIEKE CONTROLE VAN DE STOOMSTERILISATOR……….33

    8.7 DESINFECTEREN VAN INSTRUMENTEN………………………………….34

    9 LITERATUUR…………………………………………………………………………35

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    Richtlijnen technische hygiënezorg (concept) 1

    INLEIDING

    Tatoeëren

    Het Engelse woord “tattoo” is afkomstig van het Tahitiaanse woord “tatu”

    dat merken betekent. Tatoeages kunnen op alle lichaamsdelen worden

    aangebracht.

    Door middel van een (elektrisch aangedreven) naald worden er inkt- en

    pigmentstoffen vlak onder de huid aangebracht.

    Van sommige inkt- en pigmentstoffen is bekend dat deze schadelijke

    gevolgen kunnen hebben voor de gezondheid. Daarom worden aan deze

    stoffen strenge eisen gesteld. De controle op het gebruik van inkt- en

    pigmentstoffen wordt uitgevoerd door VWA, Keuringsdienst van Waren.

    Indien een tatoeage onder onhygiënische omstandigheden of op ondeskundige

    wijze wordt aangebracht , of als de cliënt de nazorginstructies niet

    nauwlettend in acht neemt, kunnen na het aanbrengen van een tatoeage

    complicaties ontstaan.

    Complicaties zijn o.a.:

    • acute ontstekingsreacties

    • allergische reacties als gevolg van inkt- en pigmentstoffen

    • huidaandoeningen

    Tatoeëren wordt in de regel uitgevoerd door niet-medici en geschiedt niet

    onder medische verantwoordelijkheid. De techniek is niet altijd tijdens een

    opleiding geleerd, maar door collega’s bijgebracht. Hygiënisch en

    aseptisch werken is een vereiste. Aseptisch werken wil zeggen dat

    voorkomen wordt dat ziektekiemen worden overgebracht.

    Tijdens het tatoeëren ontstaat een wond die tijd en zorg nodig heeft om te

    genezen. Met een goede verzorging is de wond na ongeveer een week

    genezen. Algemene gezondheid en persoonlijke hygiëne spelen hierbij

    een rol.

    Het is belangrijk vooraf bij de cliënt na te gaan of hij allergisch is voor

    bepaalde pigmentsoorten.

    Een tatoeage die vakkundig, op een hygiënisch verantwoorde wijze is

    aangebracht en die volgens de instructies wordt verzorgd, levert in de

    praktijk de minste problemen op.

    Cosmetische tatoeage

    Vanaf 1984 worden er ook cosmetische tatoeages gezet. De cosmetische

    tatoeages zijn onder te verdelen in Permanent Make-up (PMU) zoals het

    aanbrengen van lipcontouren, eyeliner en wenkbrauwen en het camoufleren

    van huidaandoeningen zoals littekens en hypopigmentatie. Ook bij

    postoperatieve reconstructies speelt tatoeëren een steeds grotere rol. Het

    tatoeëren van een tepel na een borstoperatie is een bekende behandeling.

    Alhoewel de cosmetische tatoeages soms een ander doel hebben en vaak

    ook in een geheel andere ‘setting’ worden aangebracht is de feitelijke

    handeling gelijk aan die van een traditionele tatoeage. Om die reden wordt

    de cosmetische tatoeage inclusief de PMU onder dezelfde regelgeving

    geschaard als het traditionele tatoeëren. Voor het aanbrengen van

    cosmetische tatoeages of permanent make-up is een aparte richtlijn

    geschreven.

    Om de complicaties die kunnen optreden bij het aanbrengen van een

    tatoeage te minimaliseren heeft het Ministerie van Volksgezondheid,

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    2 LCHV conceptversie 19-9-2005

    Welzijn en Sport het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid gevraagd

    landelijke richtlijnen op te stellen voor het aanbrengen een tatoeage. In

    deze richtlijnen wordt aangegeven aan welke eisen minimaal moet worden

    voldaan. Afwijken van de eisen in deze richtlijn kan alleen als een

    vergelijkbaar of beter alternatief wordt toegepast. In deze richtlijn wordt

    uitgegaan van het aanbrengen van tatoeages op een vaste locatie. In de

    praktijk worden tatoeages ook regelmatig op beurzen, conventies en op

    andere locaties aangebracht. Dit is alleen toegestaan als aan de minimale

    eisen die gesteld zijn in deze richtlijn wordt voldaan.

    Symbolen1

    Ieder voorschrift in deze richtlijn is aangegeven met een symbool met de

    volgende betekenis:

    wetboek = wettelijk verplicht voorschrift, bijvoorbeeld normen toepassen

    van verdovingen. Deze punten worden bij het toezicht getoetst.

    handje = landelijk vastgestelde norm, wordt door de branche als

    professioneel handelen beschouwd, bijvoorbeeld inrichtingseisen.

    Deze punten worden bij het toezicht van de GGD getoetst.

    ☺ lachebek = advies, is wenselijk, bijvoorbeeld vaccinatie tegen Hepatitis

    B. Deze punten worden bij het toezicht niet getoetst.

    Cursief gedrukte teksten in een kader zijn bedoeld als tip!

    Op basis van de Wet ….. (zie bijlage 8.1) heeft de ondernemer de plicht

    om jaarlijks (tegen betaling) een goedkeuringsrapport van de GGD op te

    vragen. Er wordt alleen een goedkeuringsrapport verstrekt indien aan alle

    minimale eisen wordt voldaan. Het niet in het bezit hebben van een

    goedkeuringsrapport kan tot een waarschuwing, boete of eventuele

    sluiting van de studio leiden indien er een inspectie van de VWA, Keuringsdienst

    van Waren plaatsvindt.

    1 Branchecode (inclusief beeldmerken: , en ☺) is een gedeponeerd merk van het

    Hoofdbedrijfsschap Ambachten te Zoetermeer (inschrijfnummer 631998) en wordt onder

    licentie gebruikt door het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid te Amsterdam.

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    LCHV Conceptversie: 19-9-2005

    1 BESCHERMING TEGEN BLOEDOVERDRAAGBARE ZIEKTEN

    Tijdens het tatoeëren bestaat er een kans dat de tatoeëerder in contact

    komt met het bloed van cliënten.

    Daarom wordt de beroepsgroep geadviseerd zichzelf te beschermen

    tegen bloedoverdraagbare ziekten zoals o.a. hepatitis B en C en HIV.

    HIV veroorzaakt aids, Hepatitis B en C zijn infecties die een chronische

    leverontsteking kunnen veroorzaken. Belangrijk hierbij is:

    Ga altijd zorgvuldig te werk en draag onderzoekshandschoenen zodra

    de kans bestaat dat er contact is met bloed of wondvocht van de cliënt

    Het dragen van onderzoekshandschoenen biedt overigens geen bescherming

    tegen het per ongeluk prikken aan een naald (zie paragraaf 1.2).

    1.1 Vaccinatie tegen hepatitis B

    ☺ Tatoeëerders worden geadviseerd zich te laten vaccineren tegen

    hepatitis B2.

    Een vaccinatie tegen Hepatitis B bestaat uit een serie van in totaal drie

    vaccinaties. Vier tot zes weken na de laatste vaccinatie wordt via bloedonderzoek

    aangetoond of het lichaam voldoende antistoffen heeft aangemaakt

    tegen Hepatitis B. Als dit het geval is bieden de vaccinaties

    levenslange bescherming tegen Hepatitis B. Bovendien kan men de ziekte

    niet meer oplopen en kan men deze ook niet meer overdragen op

    anderen. Overigens biedt de vaccinatie geen bescherming tegen andere

    bloedoverdraagbare aandoeningen zoals Hepatitis C en Aids.

    Neem voor de vaccinatie of voor informatie contact op met de plaatselijke

    GGD.

    1.2 Prikken aan een gebruikte naald

    Wanneer een tatoeëerder zich geprikt heeft aan een, bij een cliënt

    gebruikte, naald (kan ook door een handschoen heen), of als er op een

    andere manier sprake is geweest van bloed/bloedcontact dan wordt het

    volgende geadviseerd :

    ☺ Laat het wondje goed doorbloeden;

    ☺ Spoel met water of fysiologisch zout;

    ☺ Desinfecteer vervolgens met een wonddesinfectiemiddel, bijv. alcohol

    70-80%;

    ☺ Dek het wondje af;

    ☺ Spoel bij verwonding van de slijmvliezen direct goed uit met water of

    fysiologisch zout;

    ☺ Neem meteen na het prikongeval contact op met de Arbo-arts of de

    plaatselijke GGD (zeven dagen per week) en vraag naar de dienstdoende

    arts infectieziekten. In sommige gemeenten moet contact

    worden opgenomen met de spoedeisende hulp van een ziekenhuis of

    2 Medewerkers in loondienst kunnen door hun werkgever (Arbowet) verplicht worden

    gesteld zich te laten vaccineren als voorwaarden om bepaalde werkzaamheden te mogen

    uitvoeren.

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    4 LCHV conceptversie 19-9-2005

    met de huisarts.

    ☺ Het is belangrijk dat degene met wie u het bloed/bloedcontact hebt

    gehad bekend is om het risico van HIV en hepatitis B en C te bepalen.

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    Richtlijnen technische hygiënezorg (concept) 5

    2 BOUW, INRICHTING EN APPARATUUR TATOEAGESTUDIO

    Om de hygiëne en veiligheid voor, tijdens en na het tatoeëren zo veel

    mogelijk te kunnen waarborgen, is het van belang dat de studio op juiste

    wijze is ingericht en dat gebruik wordt gemaakt van deugdelijke apparatuur

    en de juiste middelen. In het onderstaande hoofdstuk wordt dit nader

    uitgewerkt.

    2.1 Bouw en inrichting

    De tatoeagestudio moet voorzien zijn van een ruimte waar men rustig en

    hygiënisch verantwoord kan werken.

    Vervaardig de wanden en vloeren van de werkplek van glad en goed

    reinigbaar materiaal. Vloeren mogen niet doordringbaar zijn voor water.

    Voorzie de behandelruimte van een behandeltafel of –stoel die is

    bekleed met niet- absorberend materiaal en goed is schoon te maken.

    Voorzie de behandelruimte van een handenwasgelegenheid met een

    no-touch kraan met (warm-) en koud stromend water. De handenwasgelegenheid

    mag zich niet in of bij het toilet bevinden. Indien de handenwasgelegenheid

    niet met een no-touch kraan is uitgevoerd moet

    tevens een dispenser3 met handalcohol aanwezig zijn. De handen

    worden in dit geval na het wassen en drogen met handalcohol ingesmeerd.

    Laat de handalcohol aan de lucht drogen alvorens aan het

    werk te gaan.

    Voorzie de behandelruimte van een houder voor eenmalige handdoekjes

    en een zeepdispenser4.

    Een no-touch kraan is een kraan waarbij men de kraan niet met de

    handen hoeft open en dicht te draaien, d.w.z. een elleboogkraan, een

    kraan die vanzelf uitgaat, een kraan met knie- of voetbediening of een

    kraan met een elektrisch oog.

    Voorzie de behandelruimte van een pedaalemmer met deksel of een

    open afvalbak (geen afvalbak waarbij de deksel steeds wordt aangeraakt

    met de handen).

    Zorg voor goede ventilatie en voldoende verlichting op de werkplek.

    Zorg voor een bedrijfsverbanddoos5 in de bedrijfsruimte om bij kleine

    ongelukjes eerste hulp te kunnen verlenen.

    ☺ Scheid de behandelruimte af van de wachtruimte (privacy). Deze

    afscheiding moet glad en afwasbaar zijn.

    3 Handalcoholdispensers mogen omwille van besmetting vanuit het residu niet worden

    bijgevuld. De gehele voorraadfles dient te worden vervangen.

    4 Zeepdispensers mogen omwille van besmetting vanuit het residu niet worden

    bijgevuld. De gehele voorraadfles dient te worden vervangen.

    5 Voor de inhoud van een bedrijfsverbanddoos kunt u kijken op

    www.ehbo.nl/verbandsets.htm

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    6 LCHV conceptversie 19-9-2005

    2.2 Apparatuur en materiaal

    Het is van wezenlijk belang dat de apparatuur en de materialen, die

    worden gehanteerd bij het tatoeëren, op de juiste wijze worden gebruikt en

    op correcte wijze worden gesteriliseerd. De stoomsterilisator bijvoorbeeld

    moet regelmatig worden gecontroleerd op een juiste werking.

    2.2.1 Tatoeagemachine, naalden, needlebar en tubes

    Voor het tatoeëren zijn verschillende materialen verkrijgbaar:

    • tatoeagemachine

    • complete kunststof sets die na gebruik in zijn geheel worden weggegooid;

    • in de lengte deelbare tubes die gemakkelijk zijn te reinigen en te

    steriliseren;

    • verschillende soorten tubes;

    • needlebars voor eenmalig gebruik;

    • en uiteraard een diversiteit aan naalden.

    Tatoeagemachine

    Er zijn verschillende soorten tatoeagemachines. Een tatoeagemachine

    wordt gebruikt samen met de bijbehorende onderdelen zoals steriele

    tubes, needlebars en naalden. Andere toebehoren zijn een schoon

    elastiekje en een disposable of steriliseerbaar rubbertje.

    Naalden

    Zet tatoeages uitsluitend met behulp van naalden die eenmalig

    worden gebruikt. Het reinigen en steriliseren van gebruikte naalden is

    niet betrouwbaar en dus niet toegestaan.

    Voor alle naalden geldt dat deze steriel moeten zijn.

    Gebruik naalden nooit meer dan één keer.

    Geef naalden nooit mee aan de cliënt.

    Needlebars

    Alhoewel men needlebars kan kopen die al voorzien van naalden,

    solderen de meeste tatoeëerders zelf hun naalden op de needlebar.

    Maak gebruik van loodvrije soldeer en zorg ervoor dat het soldeerzuur

    goed verwijderd wordt.

    Nadat de naald(en) op de needlebar zijn gesoldeerd, moeten de naald(en)

    met needlebar:

    worden gereinigd (zie paragraaf 6.3);

    vervolgens worden verpakt (zie paragraaf 6.4);

    en daarna worden gesteriliseerd (zie paragraaf 6.5);

    Tubes

    Tubes bestaan uit een grip, een holle buis en een tip (dunne laatste

    gedeelte van de tube). Tubes worden in veel gevallen hergebruikt. Er zijn

    demonteerbare tubes, tubes uit één geheel, in de lengte deelbare tubes en

    wegwerptubes. Met uitzondering van de wegwerptubes moeten de tubes

    na gebruik:

    worden gereinigd (zie paragraaf 6.3);

    vervolgens worden verpakt (zie paragraaf 6.4);

    en daarna worden gesteriliseerd (zie paragraaf 6.5);

    reinig, verpak en steriliseer bij verstelbare tubes alle delen los van

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    Richtlijnen technische hygiënezorg (concept) 7

    elkaar en zet de tube pas na het steriliseren in elkaar.

    2.2.2 Naaldcontainer

    Een volle naaldcontainer kan soms bij de Gemeente Reiniging of de

    apotheek worden ingeleverd. Er zijn ook commerciële bedrijven die tegen

    betaling de inhoud van de naaldcontainers op een speciale wijze vernietigen.

    Plaats in iedere behandelruimte tenminste één UN-gekeurde naaldcontainer.

    Gooi naalden die bij het tatoeëren zijn gebruikt niet in de vuilnisbak,

    maar verzamel ze in de naaldcontainer.

    Vul de naaldcontainer niet boven de aangegeven lijn.

    Voer naaldcontainers af als ‘specifiek afval’.

    De naaldcontainers zijn van hard plastic. De naaldcontainer dient zodanig

    afsluitbaar te zijn dat deze niet open kan gaan en niet heropend kan

    worden. De container moeten ondoordringbaar zijn voor naalden en

    bovendien lekdicht. Containers die een UN-keur hebben voldoen aan deze

    eis. Het UN-keur herkent u als volgt:

    2.2.3 Inkt- en pigmentstoffen

    Uit onderzoek (2001) van de Keuringsdienst van Waren in samenwerking

    met de GG&GD Amsterdam en de GGD Groningen bleek dat de gebruikte

    inkt- en pigmentstoffen niet altijd steriel zijn. In enkele gevallen bevatte 1ml

    gebruiksklare inkt meer dan 100.000 ziekmakende bacteriën6.

    Uit het onderzoek kwam tevens naar voren dat een aantal pigmenten

    zware metalen bevatte, zoals lood, cadmium, cobalt, nikkel en zink. Ook

    bevatte één op de vijf pigmenten AZO kleurstoffen waaruit kankerverwekkende

    aromatische amines gevormd kunnen worden.

    Naar aanleiding van deze bevindingen heeft de overheid wetgeving

    (Warenwetbesluit Tatoeagekleurstoffen) opgesteld ter voorkoming van het

    gebruik van schadelijke pigmenten. De inkt- en pigmentstoffen moeten

    daarom aan de volgende wettelijke eisen voldoen:

    geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid van de mens opleveren;

    geen verboden aromatische amines kunnen vormen;

    geen verboden kleurstoffen bevatten;

    geen conserveermiddelen bevatten;

    steriel zijn, d.w.z. kiemgetal is nul (uitgezonderd de gebruiksklare

    dagoplossing, de dagoplossing mag geen ziekmakende microorganismen

    bevatten);

    voorzien zijn van een volledig etiket7.

    6 Keuringsdienst van Waren, Kleurstoffen voor tatoeage en permanent make-up,

    rapportnummer COS 012, november 2001

    7 Het etiket moet de volgende informatie bevatten:

    naam of handelsnaam en adres van de fabrikant of persoon die verantwoordelijk is

    voor het in de handel brengen van het product;

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    8 LCHV conceptversie 19-9-2005

    De VWA/Keuringsdienst van Waren is belast met het toezicht op deze

    wetgeving.

    ☺ Eis van uw inkt- en pigmentenleverancier dat u alleen inkt- en

    pigmenten krijgt aangeleverd die aan bovenstaande eisen voldoen.

    ☺ Leg dit vast in een inkoopovereenkomst.

    Om steriele pigmenten en inkten steriel te houden moeten de volgende

    regels in acht worden genomen:

    ☺ Maak gebruik van steriele eenpersoonsverpakkingen kleurstof (1 – 5

    ml.).

    Zet de inktcupjes eerst stabiel neer (bijvoorbeeld in een inktcuphouder),

    reinig of desinfecteer de handen en open of vul daarna de inktcupjes.

    Gooi na het tatoeëren alle restjes inkt én de inktcupjes weg.

    Reinig en desinfecteer (met alcohol 70 – 80%) de inktcuphouder

    (indien aanwezig).

    Maak in geen geval gebruik van hervulbare voorraadflacons.

    Vul voorraadflacons (zgn. knijpflacons) nooit bij.

    Sluit voorraadflacons af met een dop zodat er geen vuil of microorganismen

    in terecht kan komen.

    Hoelang geopende voorraadflacons maximaal bewaard kunnen blijven is

    afhankelijk van de bewaaromstandigheden. Gebruik in ieder geval bij

    voorkeur zo klein mogelijke voorraadflacons.

    2.2.4 Ultrasoon reinigingsbad

    Voor het schoon ‘trillen’ van instrumenten wordt een ultrasoon reinigingsbad

    gebruikt. Hiermee wordt aangekleefd vuil (bloed, en ander lichaamsvocht)

    los getrild.

    Maak in het ultrasone reinigingsbad gebruik van het middel dat

    geschikt is voor ultrasone reiniging. Dit moet op de verpakking of de

    bijsluiter van het middel worden vermeld.

    ☺ De fabrikant van een ultrasoon reinigingsbad moet in de gebruiksinstructie

    aangeven hoeveel dB(A) (decibels) het apparaat produceert.

    Het maximale aantal toegestane dB(A) is 80. Wordt er meer dan 80

    dB(A) geproduceerd dan is het aan te raden gehoorbescherming te

    dragen.

    ☺ Lees altijd de gebruiksaanwijzing van het ultrasoon reinigingsbad

    voordat u ermee aan het werk gaat.

    2.2.5 Stoomsterilisator

    Instrumenten moeten worden gesteriliseerd in een stoomsterilisator, ook

    wel autoclaaf genoemd. Om de gesteriliseerde instrumenten langere tijd

    steriel te kunnen bewaren, moeten deze verpakt gesteriliseerd worden.

    de datum van minimale houdbaarheid, voorafgegaan door de woorden: ‘ten minste

    houdbaar tot’;

    de gebruiksvoorwaarden en waarschuwingen;

    een vermelding van het batch- of codenummer die het mogelijk maakt een partij

    kleurstoffen te identificeren;

    een vermelding van ingrediënten in volgorde van afnemend gewicht op het tijdstip van

    verwerking. Deze lijst wordt voorafgegaan door het woord ‘ingrediënten’.

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    Richtlijnen technische hygiënezorg (concept) 9

    Autoclaven zijn in vele verschillende typen en maten te koop. Voor het

    stoomsterilisatieproces zijn twee zaken zeer belangrijk.

    1) De luchtverwijdering uit de autoclaaf, holle instrumenten en verpakkingen.

    De aanwezigheid van lucht verstoort het sterilisatieproces.

    Om de lucht uit de sterilisator te verwijderen worden de volgende principes

    het meest toegepast:

    • Luchtverwijdering door verdringing met stoom. Dit principe wordt

    toegepast in eenvoudige autoclaven. In de sterilisatorkamer wordt

    door het koken van water stoom geproduceerd, de druk in de sterilisatorkamer

    stijgt een beetje. De stoom mengt zich met de lucht in

    de sterilisatorkamer en ontsnapt via een ontluchtingsopening uit de

    sterilisatorkamer. Naarmate het koken en ontluchten langer duurt

    zal steeds meer lucht uit de sterilisatorkamer verdrongen worden,

    totdat nog vrijwel pure stoom in de sterilisatorkamer aanwezig is.

    De druk stijgt dan verder naar 1 of 2 bar waarbij de sterilisatietemperatuur

    van 121°C of 134°C wordt bereikt. Het grote voordeel van

    dit principe is de eenvoud en daardoor de lage kosten waarmee

    een sterilisator geproduceerd kan worden. Het principe heeft echter

    als nadeel dat de lucht niet uit holle voorwerpen verwijderd kan

    worden.

    • Luchtverwijdering door middel van een meervoudig diep vacuüm.

    Dit is de meest effectieve manier om lucht te verwijderen. Niet alleen

    uit de sterilisatorkamer, maar in het bijzonder ook uit holle instrumenten.

    De lucht wordt actief uit de sterilisatorkamer en de

    producten verwijderd door middel van een vacuümpomp. Als de

    lucht verwijderd is kan de stoom eenvoudig doordringen in de holle

    instrumenten. Het grote voordeel van sterilisatoren die werken met

    een vacuüm is dat ze een groot assortiment aan instrumenten

    kunnen steriliseren. Nadeel is echter de complexe technische constructie

    die kostbaar is om te produceren en relatief veel onderhoud

    vergt.

    De hier beschreven vormen van luchtverwijdering zijn de twee extremen.

    Er bestaan meer manieren om de lucht uit de sterilisatorkamer

    en de lading te verwijderen. Alle vormen van luchtverwijdering zijn in

    principe bruikbaar, echter niet voor alle soorten te steriliseren instrumenten.

    De fabrikant van de sterilisator moet middels testen de geschiktheid

    van het sterilisatieproces voor uw instrumenten aantonen.

    De Europese norm voor kleine stoomsterilisatoren NEN-EN-13060

    beschrijft de technische eisen en testmethoden.

    2) Het drogen van de gesteriliseerde instrumenten. De laminaatzakjes

    waarin de instrumenten verpakt zijn moeten droog zijn op het moment

    dat de sterilisatordeur open gaat. Een natte verpakking is doorlaatbaar

    voor bacteriën zodat de inhoud niet lang steriel zal blijven.

    De instrumenten kunnen in de sterilisator gedroogd worden middels

    een vacuümpomp of door het (langdurig) doorblazen met gefilterde

    lucht.

    Bij de aanschaf van een sterilisator zal de gebruiker moeten inventariseren

    welke instrumenten gesteriliseerd gaan worden en welke verpakking

    gebruikt gaat worden. De fabrikant van de sterilisator moet op zijn beurt

    een lijst opstellen van de instrumenten die in de verschillende modellen

    sterilisatoren gesteriliseerd kunnen worden. Op basis van beide lijsten kan

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    10 LCHV conceptversie 19-9-2005

    een verantwoorde keuze worden gemaakt.

    Maak gebruik van een stoomsterilisator die met een vacuümpomp de

    lucht verwijderd uit de holle instrumenten én de verpakkingen na het

    sterilisatieproces met gesloten deur droogt, als u bij het tatoeëren holle

    materialen (tubes) gebruikt.

    Maak gebruik van een stoomsterilisator die de verpakkingen na het

    sterilisatieproces met gesloten deur droogt, als u bij het tatoeëren geen

    holle materialen (in de lengte deelbare tubes) gebruikt.

    Onderhoud uw stoomsterilisator regelmatig en laat de stoomsterilisator

    testen op z’n betrouwbaarheid. Zie bijlage 8.6.

    De norm EN 13060 beschrijft een sterilisator type B. Dit is een sterilisator

    is die voorzien is van een meervoudig voorvacuüm en is geschikt om alle

    holle voorwerpen te steriliseren. De testmethode om dit te controleren is

    de in bijlage 8.6 genoemde helixtest.

    Wanneer een sterilisator wel voorzien is van een vacuümpomp, maar niet

    van type B is, betreft het een zgn. type S sterilisator. Voor deze sterilisator

    zal de fabrikant middels testen moeten aantonen voor welke voorwerpen

    deze sterilisator geschikt is. De fabrikant moet de testresultaten voor de

    tatoeëerder ter beschikking hebben. Nadeel van het type S is dat de

    tatoeëerder zelf zeer goed moet nagaan of de betreffende sterilisator

    geschikt is voor de materialen die gesteriliseerd moeten worden.

    2.2.6 Laminaatzakjes

    Laminaatzakjes worden gebruikt om de te steriliseren instrumenten te

    verpakken en steriel te houden.

    Maak alleen gebruik van laminaatzakjes met een indicatorstrip die

    verkleurt als het laminaatzakje in de sterilisator is geweest. Dit voorkomt

    verwisseling tussen gesteriliseerde en ongesteriliseerde materialen.

    Het verkleuren van de indicatorstrip is geen garantie voor een juist

    uitgevoerde sterilisatie.

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    Richtlijnen technische hygiënezorg (concept) 11

    3 ALGEMENE RICHTLIJNEN

    Een tatoeage laten zetten is een keuze die weloverwogen gemaakt moet

    worden. Van belang is niet alleen het vakmanschap en de persoonlijke

    hygiëne van de tatoeëerder, maar ook de lichamelijke en geestelijke

    conditie van de cliënt. Tijdens het tatoeëren wordt de huid van de cliënt

    doorboord waarbij het van belang is dat er geen schadelijke microorganismen

    worden overgebracht van de tatoeëerder op de cliënt (en vice

    versa) en via materiaal van de ene op de andere cliënt.

    3.1 Persoonlijke hygiëne en hygiënische werkwijze

    Via kleding en handen (met of zonder handschoenen) kunnen veel microorganismen

    worden overgebracht. De onderstaande regels moeten om

    deze redenen in acht genomen worden.

    Draag dagelijks schone kleding.

    Reinig of desinfecteer voor elke tatoeage zorgvuldig de handen (zie

    bijlage 8.5).

    Draag, waar dat staat voorgeschreven, schone nitriel8 onderzoekshandschoenen.

    Overal waar in de rest van deze richtlijnen onderzoekshandschoenen

    staat, wordt bedoeld schone nitriel onderzoekshandschoenen.

    Rook, drink of eet niet op de werkplek of tijdens het tatoeëren.

    Gebruik geen alcohol of drugs vóór en tijdens de werkzaamheden.

    Laat geen (huis)dieren toe op de werkplek.

    Bekijk voor het tatoeëren altijd goed of er op de huid geen infecties of

    andere aandoeningen zichtbaar zijn. Tatoeëer nooit in een beschadigde

    huid, in verdikkingen of wratjes. De te tatoeëren huid moet onbeschadigd

    zijn. Om medische reden mag u nooit, zonder uitdrukkelijke

    toestemming van een arts, op wijnvlekken, moedervlekken en een

    aangetaste huid door huidziekten, tatoeëren. Wijnvlekken geven een

    grote kans op bloedingen en moedervlekken kunnen niet meer worden

    beoordeeld op veranderingen als deze zijn getatoeëerd.

    3.2 Gedragscode en leeftijden

    Naast persoonlijke hygiëne zijn een aantal gedragsregels van belang:

    ☺ Zorg dat er altijd iemand in de studio aanwezig is die in het bezit is van

    een EHBO-diploma.

    Spreek met de cliënt door waarom hij/zij een tatoeage wil en wat de

    mogelijke gevolgen kunnen zijn. Aan de cliënt moet de cliëntinformatie

    worden uitgereikt (zie bijlage 8.4).

    Tatoeëer niet als een cliënt (nog) twijfelt. Geef cliënten altijd de

    gelegenheid om de beslissing over het laten aanbrengen van een

    tatoeage weloverwogen te nemen.

    Laat iedere cliënt een toestemmingsformulier invullen (zie bijlage 8.2).

    8 Nitriel onderzoekshandschoenen worden niet aangetast door alcohol, bieden goede

    bescherming tegen bacteriën, virussen en chemicaliën en ‘pinholes’ in de handschoen

    worden sneller gesignaleerd.

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    12 LCHV conceptversie 19-9-2005

    Op het toestemmingsformulier geeft de cliënt aan dat hij/zij is geïnformeerd

    en toestemming geeft voor het aanbrengen van een tatoeage.

    Bij minderjarige cliënten dient het toestemmingsformulier door de wettelijke

    vertegenwoordiger te worden ingevuld en ondertekend. Als een

    cliënt het toestemmingsformulier niet heeft ingevuld en ondertekend

    mag bij de cliënt geen tatoeage worden aangebracht. Het ingevulde en

    ondertekende toestemmingsformulier moet twee jaar bewaard blijven.

    Het toestemmingsformulier bevat medische gegevens en moet vertrouwelijk

    worden behandeld. Het toestemmingsformulier is alleen ter

    inzage voor de tatoeëerder, de cliënt zelf en de GGD-inspecteur die de

    jaarlijkse controle uitvoert.

    ☺ Cliënten voor een tatoeage moeten 16 jaar of ouder zijn. Vraag altijd

    naar een legitimatiebewijs als u twijfelt aan de leeftijd van een cliënt.

    Behandel geen cliënten die onder invloed zijn van alcohol of drugs.

    3.3 Allergische reacties

    Bepaalde pigmentkleuren kunnen allergische reacties veroorzaken. De

    tatoeage kan dan vervormen en zelfs verdwijnen (het pigment wordt als

    het ware opgegeten). Mensen kunnen ook een latexallergie (latex zit soms

    in de materialen waarmee wordt gewerkt) hebben. Een allergie manifesteert

    zich nooit de eerste keer dat men in aanraking komt met een

    bepaalde stof. Pas na meerdere malen in contact te zijn geweest met een

    bepaalde stof vertoont het lichaam een allergische reactie. Het is dus niet

    zo dat iemand die nog nooit een allergische reactie heeft gehad op een

    pigmentstof of op latex, risicoloos getatoeëerd kan worden. Met name een

    latexallergie kan zich binnen 15 minuten voordoen (verschijnselen: tong

    kan opzwellen, rillen, flauwvallen en soms in shock raken). Voordat men

    gaat tatoeëren moet een toestemmingsformulier worden ingevuld. Op het

    toestemmingsformulier wordt gevraagd of men bekend is met mogelijke

    allergieën.

    Iemand die in shock raakt heeft een verminderde toevoer van bloed naar

    de hersenen, waardoor men het bewustzijn verliest. Als iemand in shock

    raakt is het noodzaak om direct een ambulance te bellen. Het is lastig om

    het verschil te zien tussen iemand die flauw valt en iemand die in shock

    raakt. Iemand die in shock raakt is vaak onrustig en kortademig voordat hij

    of zij het bewustzijn verliest. Iemand die flauw valt komt na enkele minuten

    vanzelf weer bij. Bij een shock is dat niet het geval. Als u twijfelt bel dan

    direct 112.

    3.4 Pijnstilling

    Hoewel het aanbrengen van een tatoeage geen medische handeling

    betreft, is het toedienen van pijnstilling die daar soms bij gebruikt wordt wel

    degelijk een medische handeling. De toepassing van pijnstilling is

    gebonden aan wettelijke eisen. Lokale anaesthetica, bijvoorbeeld

    Lidocaïne (Xylocaїne®) in de vorm van injecties, spray, crème of pleister,

    zijn geneesmiddelen die uitsluitend op recept afgeleverd mogen worden

    door een apotheker. Recepten mogen uitsluitend voor worden geschreven

    door een arts die daarvoor op individuele gronden een indicatie moet

    stellen bij een cliënt. Dit betekent concreet:

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    Richtlijnen technische hygiënezorg (concept) 13

    Injecties mogen niet gegeven worden door mensen die daarvoor niet

    bevoegd én bekwaam zijn volgens de Wet BIG.

    Tatoeëerders mogen geen lokale anaesthetica importeren, hebben of

    bewaren ten behoeve van toepassing bij hun cliënten.

    Als een cliënt ten behoeve van een tatoeage lokale anaesthesie wil,

    dan is dat uitsluitend mogelijk indien een arts lidocaïne/prilocaïne (Emla

    ®) crème of pleister of Xylocaïne spray voorschrijft. De cliënt kan het

    middel dan voor eigen gebruik meenemen naar degene die de tatoeage

    gaat aanbrengen. Handel vervolgens als volgt:

    Lees goed de gebruiksaanwijzing.

    Laat de zalf ca. 20 minuten intrekken.

    Verwijder daarna de zalf.

    Desinfecteer de huid met een huiddesinfectans.

    Start met tatoeëren. Er mag niet worden getatoeëerd terwijl de zalf

    nog op de huid zit.

    Het toepassen van lidocaïne/prilocaïne (Emla®) crème of pleister bij of

    rond de ogen wordt ten zeerste afgeraden in verband met de sterk

    oogirriterende werking.

    Wees verder voorzichtig met toepassingen op de slijmvliezen (o.a. van

    de genitaliën) en de niet-intacte huid. Overdosering kan vergiftigingsverschijnselen

    veroorzaken.

    ☺ Als een cliënt ten behoeve van een tatoeage pijnstilling wil dan is dit

    mogelijk met behulp van vrij verkrijgbare middelen als paracetamol9,

    ibuprofen of koudspray. Bij alle toepassingen van geneesmiddelen

    geldt dat men in het algemeen terughoudend dient te zijn met het

    toedienen van geneesmiddelen.

    Koudspray werkt zeer oppervlakkig en heeft weinig effect. Indien het te

    dicht op de huid of te veel wordt gebruikt kunnen er vriesblaren (vergelijkbaar

    met brandblaren) ontstaan. Als er in een vriesblaar wordt getatoeëerd

    kan de tatoeage flink ontstoken raken. Gebruik de spray bovendien

    in geen geval in het gezicht.

    9 Gebruik geen middelen die acetylsalicylzuur bevatten omdat deze een bloedverdunnende

    werking hebben (aspirine, acetosal, alka-seltzer, ascal).

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    14 LCHV conceptversie 19-9-2005

    4 WERKWIJZE EN BEHANDELING VÓÓR, TIJDENS EN NA HET

    TATOEËREN

    De wijze waarop voor, tijdens en na het tatoeëren wordt gewerkt is van

    wezenlijk belang voor een veilig en goed resultaat. In het onderstaande

    hoofdstuk wordt dit nader uitgewerkt.

    4.1 Werkwijze vóór en tijdens het tatoeëren

    Neem tezamen met de cliënt het toestemmingsformulier door en

    controleer of de cliënt alle informatie goed heeft begrepen. Alleen als

    de cliënt of de wettelijke vertegenwoordiger, het toestemmingsformulier

    heeft ondertekend, kan de tatoeage worden gezet.

    Voorkomen moet worden dat tijdens het tatoeëren schadelijke microorganismen

    worden overgebracht waardoor de tatoeagewond geïnfecteerd

    kan raken.

    Onderstaand treft u puntsgewijs de juiste werkwijze aan voor het aanbrengen

    van een tatoeage:

    Werkwijze:

    1) Reinig zorgvuldig de handen met vloeibare zeep uit een dispenser en

    droog de handen af met eenmalige handdoekjes of desinfecteer de

    handen met handalcohol.

    2) Laat de cliënt op behandelstoel of -tafel plaatsnemen.

    3) Scheer, afhankelijk van de te tatoeëren plek, de huid. Gebruik voor het

    scheren van de huid uitsluitend wegwerpscheermesjes.

    4) Desinfecteer de huid met een huiddesinfectans10. Kijk op de verpakking

    hoe lang de huiddesinfectans moet inwerken en hou deze inwerktijd

    strikt aan. Wacht in ieder geval tot de huid droog is.

    5) Teken zonodig de afbeelding op de te tatoeëren plek met behulp van

    een doordrukvel of stift. Gebruik voor elke cliënt een nieuw doordrukvel

    of nieuwe stift. Gebruik als hechtmiddel voor het doordrukvel een huiddesinfectiemiddel

    of een oplossing van water en antibacteriële zeep.

    6) Leg alle (steriel verpakte) materialen binnen handbereik klaar.

    7) Zet de inktcupjes klaar

    8) Reinig of desinfecteer de handen en open of vul daarna de inktcupjes.

    Bij het vullen van de inktcupjes mag de punt van de inktflacon het

    cupje niet raken. Cupjes mogen niet worden bijgevuld; gebruik bij

    onvoldoende inkt altijd een nieuwe cup.

    9) Dek het aansluitsnoer en de spuitfles of tuitfles af met een disposable

    plastic hoes.

    10) Open de verpakkingen van de needlebar en tube peel off (dat wil

    zeggen zonder de needlebar/naald of tube aan te raken of het met de

    buitenkant van de steriele verpakking in contact te laten komen).

    Naald, needlebar of tube ook niet door de papieren zijde van de verpakking

    heen drukken).

    11) Trek schone onderzoekshandschoenen aan.

    12) Zet tube in elkaar en zet vervolgens de needlebar met naald(en)

    voorzichtig in de tube (zorg dat de naald niet wordt aangeraakt) en

    10 De huiddesinfectans moet voorzien zijn van een RVG-nummer of alcohol 70-80% zijn.

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    Richtlijnen technische hygiënezorg (concept) 15

    bevestig deze direct op de tatoeagemachine. Dek de tatoeagemachine

    af met een plastic hoesje. Voorkom dat de naald in contact komt met

    het plastic hoesje. Zet vervolgens de tatoeagemachine zo neer dat de

    naald nergens mee in contact kan komen.

    13) Begin met het zetten van de tatoeage.

    Maak gebruik van wegwerptissues voor het tussentijds afvegen

    van de huid eventueel in combinatie met een vloeibare antibacteriele

    zeep vermengd met water.

    Gebruik tijdens het tatoeëren zalf (uierzalf of zuurvrije vaseline) uit

    een éénpersoonsverpakking.

    Breng de zalf op hygiënische wijze, bijvoorbeeld met een schone

    disposable spatel, op de huid aan (gebruik bij iedere keer zalf smeren

    een schone spatel).

    Spoel de naald, bij wisseling van kleur, af in een wegwerpbekertje

    of -bakje met schoon water. Gebruik de bekertjes in geen geval

    voor meerdere cliënten.

    Gooi bij een tussentijdse pauze de onderzoekshandschoenen weg

    en reinig of desinfecteer de handen. Reinig of desinfecteer de handen

    opnieuw en trek schone onderzoekshandschoenen aan als de

    behandeling wordt vervolgd.

    Werk rustig en geconcentreerd. Voorkom prikken aan naalden en direct

    contact met bloed of wondvocht. BLOED OF WONDVOCHT KAN

    BESMET ZIJN. Neem bij een prikongeval altijd direct contact op met de

    plaatselijke GGD of met het ziekenhuis (zie hoofdstuk 1.2)

    14) Trek na het tatoeëren de onderzoekshandschoenen binnenste buiten

    uit en gooi deze weg. Reinig of desinfecteer de handen.

    15) Verzorg de getatoeëerde plek op één van de onderstaande wijze.

    Gebruik op kleine tatoeages op vlakke delen van het lichaam een

    wondspray (methode 1) of een afsluitend wondverband (methode 2).

    Methode 2 geeft de minste korstvorming op de wond.

    Gebruik bij grote tatoeages of op bewegelijke lichaamsdelen een

    wondspray (methode 1) of steriel kompres dat niet aan de wond hecht

    (methode 3).

    Methode 1 Smeer geen zalf op de wond.

    Spray de getatoeëerde plek in met een alcoholvrije

    huidbeschermingsfilm.

    Breng de alcoholvrije huidbeschermingsfilm aan op een

    droge huid, dat betekent dat de tatoeagewond niet meer

    mag bloeden. De huidbeschermingsfilm is transparant en

    blijft drie tot vijf dagen op de tatoeage zitten.

    Breng de huidbeschermingsfilm op een hygiënisch

    verantwoorde wijze aan (dat wil zeggen: kom niet met de

    handen aan de getatoeëerde plek).

    Methode 2 Smeer geen zalf op de wond.

    Dek de getatoeëerde plek af met een afsluitend wondverband.

    Gebruik hiervoor polyurethaanfolie met een kleeflaag van

    medische kwaliteit.

    Breng de polyurethaanfolie aan op een droge huid, dat

    betekent dat de tatoeagewond niet meer mag bloeden. De

    folie is transparant en moet vier tot zes dagen op de tatoeage

    blijven zitten. De wond geneest hierdoor zonder

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    16 LCHV conceptversie 19-9-2005

    korstvorming.

    Breng de polyurethaanfolie op een hygiënisch verantwoorde

    wijze aan (dat wil zeggen: kom niet met de handen

    aan de getatoeëerde plek).

    Methode 3 Smeer geen zalf op de wond.

    Dek de getatoeëerde plek af met een steriel kompres dat

    niet aan de wond hecht.

    Breng het steriele kompres op een hygiënisch verantwoorde

    wijze aan (dat wil zeggen: kom niet met de handen

    aan de getatoeëerde plek). Het steriele kompres mag

    na 2- 4 uur verwijderd worden.

    Gebruik voor het vastplakken van het steriele kompres

    hechtpleister van medische kwaliteit.

    16) Reinig of desinfecteer hierna opnieuw de handen.

    17) Gooi restjes inkt, inktcupjes, tissues, plastic afdekhoezen, elastiekje en

    disposable rubbertje e.d. direct weg.

    18) Demonteer de tube en de needlebar van de tatoeëermachine (voorzichtig,

    voorkom prikken aan naalden).

    19) Gooi de naald inclusief needlebar direct in de naaldcontainer. Needlebars

    eenmalig gebruiken is de veiligste methode. Als u needlebars wilt

    hergebruiken moet u als volgt te werk gaan:

    Breek met behulp van een tangetje de naalden van de needlebar

    en gooi deze direct in de naaldcontainer.

    20) Raak de naalden niet met de handen aan.

    21) Bewaar gedurende de dag of gedeelte van de dag de vuile tubes (en

    eventueel needlebars) in een bakje met een oplossing met een reinigingsmiddel.

    Demonteer de verstelbare tubes en leg deze los in het reinigingsmiddel.

    22) Zorg ervoor dat het bakje op een veilige plaats staat en niet kan

    omvallen.

    23) Draag bij deze werkzaamheden altijd onderzoekshandschoenen.

    24) Reinig de behandeltafel of –stoel en eventueel omgeving huishoudelijk.

    Bij zichtbare bloed of inktsporen moet tevens gedesinfecteerd

    worden, zie paragraaf 6.1.

    4.2 Werkwijze na het tatoeëren

    Aan de cliënt moet mondelinge en schriftelijke instructie worden meegegeven

    over het verzorgen van de tatoeage. Het is belangrijk dat de instructies

    nauwkeurig worden opgevolgd. In de instructie (zie bijlage 8.3) moet

    o.a. staan:

    Hoe de tatoeagewond moet worden verzorgd

    Wat men gedurende de genezing beter achterwege kan laten.

    Dat men bij klachten (hevige roodheid, zwellen, pussen, wondvocht)

    contact moet opnemen met de huisarts.

    Het is niet toegestaan dat tatoeëerders bij cliënten met klachten zelf

    gaan dokteren. Hoewel het aanbrengen van de tatoeage geen heelkundige

    handeling is, is het ingrijpen bij mogelijke complicaties tijdens

    of na het aanbrengen dat wel. De cliënt moet zich in zo’n geval, voorzover

    dat noodzakelijk is, altijd wenden tot een arts.

    Het kan voorkomen dat iemand tijdens of na het aanbrengen van de

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    Richtlijnen technische hygiënezorg (concept) 17

    tatoeage misselijk wordt en/of dreigt flauw te vallen. Wees vooral op het

    laatste alert omdat iemand zich behoorlijk kan bezeren tijdens een val.

    Laat iemand na het aanbrengen van de tatoeage nog even liggen of zitten.

    Iemand die flauw dreigt te vallen wordt bleek en gaat soms hevig zweten.

    Ligt degene nog op de behandeltafel, breng dan de benen omhoog en

    geef zonodig iets te drinken of te eten (bijv. druivensuiker). Staat iemand

    al, laat hem of haar dan direct gaan zitten en houd het hoofd ca. 1 minuut

    tussen de benen (niet doen als iemand misselijk is). Geef daarna zonodig

    iets te eten of te drinken. Let vooral op als cliënten trappen op of af

    moeten.

    Als iemand echt flauw gevallen is (dus even buiten bewustzijn is geweest)

    laat hem/haar ca. 10 minuten liggen en zorg er in ieder geval voor dat

    degene zich niet bezeert. Als iemand flauw gevallen is kan het gebeuren

    dat het lijkt alsof iemand een epileptische aanval krijgt (trekkingen met

    armen en benen). Reageer zo rustig mogelijk en zorg dat degene zich niet

    bezeert of valt. Zie voor allergische reacties, hoofdstuk 3.2.

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    18 LCHV conceptversie 19-9-2005

    5 BEWAREN EN TRANSPORT VAN GEBRUIKTE INSTRUMENTEN

    Tijdens het bewaren en transport van gebruikte instrumenten kunnen

    micro-organismen zich vermenigvuldigen. Gebruikte instrumenten moeten

    om die reden zorgvuldig worden bewaard en getransporteerd. In het

    onderstaande hoofdstuk wordt dit nader uitgewerkt.

    5.1 Bewaren van gebruikte instrumenten

    Gooi gebruikte naalden en needlebar direct na gebruik in de naaldencontainer;

    Gooi tissues, inktcupjes en onderzoekshandschoenen direct na

    gebruik in de vuilnisbak.

    Andere instrumenten, tubes (en eventueel needlebars) worden hergebruikt.

    Behandel deze instrumenten als volgt:

    Bewaar het instrumentarium in een lekvrije bak, met daarin een

    inzetbakje met gaatjes.

    Vul de lekvrije bak met een oplossing met een reinigingsmiddel.

    Vervang de oplossing dagelijks.

    Zorg ervoor dat de bak op een veilige plaats staat en niet kan omvallen.

    Giet de oplossing vlak voor verdere verwerking (ultrasoon reinigen of

    transporteren) af en neem de inzet uit de bak. Spoel de inzetbak met

    inhoud met koud water af. Draag hierbij bij voorkeur een disposable

    schort.

    Reinig de bak en inzetbak huishoudelijk na ieder gebruik.

    Materialen waarvan de steriele verpakking is geopend, maar niet zijn

    gebruikt, moeten als mogelijk besmet worden beschouwd en dus voor een

    volgend gebruik opnieuw worden gereinigd en gesteriliseerd.

    5.2 Transport van gebruikte instrumenten

    Het kan voorkomen dat besmet instrumentarium eerst vervoerd moet

    worden naar een andere locatie alvorens het gereinigd en gesteriliseerd

    kan worden. Besmette instrumenten die hergebruikt moeten worden,

    kunnen op verschillende manieren (droog, nat of vochtig) worden vervoerd,

    maar de meest voor de hand liggende manier is ‘vochtig’ vervoer.

    Vochtig vervoer gaat als volgt:

    Zet de inzetbak met afgespoeld instrumentarium in een afsluitbare,

    lekvrije (kunststof) transportbak. De bak moet goed reinigbaar zijn.

    Sluit de bak goed af tijdens vervoer.

    Zorg tijdens het vervoer voor een fysieke scheiding tussen het schone

    en het vuile materiaal.

    Reinig de bak en inzetbak huishoudelijk na ieder gebruik.

    Reinig het transportmiddel huishoudelijk na het vervoer.

    Gebruikte naalden moeten altijd in een afgesloten UN-gekeurde

    naaldcontainer worden vervoerd.

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    Richtlijnen technische hygiënezorg (concept) 19

    6 REINIGING, DESINFECTIE EN STERILISATIE

    Ter voorkoming van besmetting met micro-organismen, moeten de

    instrumenten en de omgeving zorgvuldig worden schoongemaakt.

    Met name het schoonmaken van instrumenten die de huid doorboren of

    die met de beschadigde huid in contact komen, vraagt extra inspanning.

    In dit hoofdstuk wordt het schoonmaken nader uitgewerkt.

    Reiniging en desinfectie van het materiaal en de werkplek

    Goed schoonmaken is een van de belangrijkste maatregelen om verspreiding

    en groei van micro-organismen te voorkomen.Voor de goede orde

    enkele begrippen:

    (Huishoudelijk) reinigen is het verwijderen van los of aangekleefd vuil.

    Ultrasoon reinigen is het verwijderen van aangekleefd vuil met behulp

    van een trilapparaat. In een ultrasoon reinigingsbad wordt al het vuil los

    getrild. Een ultrasoon reinigingsbad is met name geschikt om vuil te

    verwijderen op plaatsen die minder goed bereikbaar zijn met een borstel of

    iets dergelijks.

    Desinfecteren is het zodanig behandelen van instrumenten of oppervlakken

    dat alle micro-organismen worden gedood, of tot aanvaardbare

    aantallen worden teruggebracht. In de praktijk komt het er op neer dat de

    meeste ziekmakende micro-organismen worden vernietigd.

    Thermisch desinfecteren is een combinatie van reinigen en desinfecteren

    bij een hoge temperatuur. Thermisch desinfecteren wordt vaak

    uitgevoerd met behulp van een instrumentenwasmachine.

    Steriliseren is het doden van alle nog aanwezige micro-organismen.

    Steriel wil zeggen dat er zich geen levende organismen meer op of in de

    gesteriliseerde voorwerpen bevinden.

    6.1 De werkplek schoonmaken

    Maak de werkplek na iedere cliënt zorgvuldig schoon met een

    allesreiniger en schone doek.

    Wees voorzichtig met huidbeschadigingen aan uw eigen huid. Draag

    bij het schoonmaken onderzoekshandschoenen.

    Meng het reinigingsmiddel niet met andere middelen. Huishoudelijk

    reinigen is in vrijwel alle gevallen voldoende. Indien er bloed- of inktspatten11

    zichtbaar zijn dan is desinfectie noodzakelijk. Ga daarbij als

    volgt te werk :

    Neem de bloed- of inktspatten met keukenrolpapier op (draag

    hierbij onderzoekshandschoenen);

    Maak het oppervlak schoon met een allesreiniger;

    Droog het oppervlak;

    Desinfecteer ‘on the spot’ (= op de plek waar het bloed of inkt zat)

    met een ruime hoeveelheid alcohol 70-80% en laat de alcohol aan

    de lucht drogen.

    Gebruik geen geprepareerde alcoholdoekjes, maar gebruik alcohol

    70 – 80% uit een fles en een schone tissue. Het alcoholpercentage

    11 Als inkt van de naald afkomstig is, is de kans groot dat er ook bloed of wondvocht bij zit.

    Om die reden moeten inktspatten afkomstig van de naald na huishoudelijk reinigen

    gedesinfecteerd worden.

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    20 LCHV conceptversie 19-9-2005

    in geprepareerde alcoholdoekjes vermindert na verloop van tijd.

    Maak vloeren en wanden etc. van de studio met een huishoudelijk

    reinigingsmiddel schoon (zo vaak als nodig om geen zichtbaar vuil te

    hebben).

    Alcohol is erg brandbaar, dus niet roken en geen open vuur tijdens

    werkzaamheden met alcohol 70-80%. Houd de fles met alcohol zoveel

    mogelijk gesloten.

    Desinfectiemiddelen met een CE-markering.

    Onder de Wet op de medische hulpmiddelen vallen alle desinfectiemiddelen

    die gebruikt worden bij een specifiek medisch hulpmiddel of bij een

    groep medische hulpmiddelen. Omdat ze expliciet bestemd zijn voor zo’n

    specifiek medisch hulpmiddel mogen ze dus niet gebruikt worden voor

    andere doeleinden, ook al zou het betreffende desinfectiemiddel daar wel

    geschikt voor zijn. De reden hiervoor is dat een desinfectiemiddel met een

    CE-markering geen toelating voor dat doel heeft gekregen op de Nederlandse

    markt.

    6.2 Instrumenten reinigen, desinfecteren of steriliseren

    Reinigen volstaat voor alle instrumenten en materialen die niet in aanraking

    komen met de huid van de cliënt én niet bevuild zijn met bloed.

    Desinfecteren is noodzakelijk voor alle instrumenten en materialen die

    bevuild zijn met bloed, maar niet gesteriliseerd worden.

    Steriliseren is noodzakelijk voor alle instrumenten die de huid doorboren

    (naald) of in contact kunnen komen met de beschadigde huid (needlebar

    en tube). Als basisregel geldt: reinigen gaat altijd vooraf aan desinfecteren

    of steriliseren.

    Reinig en steriliseer de needlebar met naald(en) nadat die zijn

    gesoldeerd.

    Reinig en steriliseer de tube en needlebar (als die niet disposable is)

    na gebruik.

    Reinig en desinfecteer de tatoeagemachine, het aansluitsnoer en de

    andere toebehoren als bloed of inktsporen zichtbaar zijn (dit kan het

    geval zijn ondanks het feit dat de tatoeagemachine en het aansluitsnoer

    e.d. met een plastic hoes zijn afgedekt)

    Reinig en desinfecteer de inbussleutel waarmee de tube in elkaar

    wordt gezet na gebruik, de tang waarmee naalden van de needlebar

    worden afgebroken na gebruik (indien geen gebruik wordt gemaakt

    van eenmalige needlebars) en eventueel de inktcuphouder. Voor een

    uitgebreide beschrijving van de methode “Desinfectie van instrumenten”

    wordt verwezen naar bijlage 8.7.

    wijze van gebruik: schoonmaakmethode:

    komt niet in aanraking met de huid en is niet

    met bloed bevuild

    reinigen

    bevuild met bloed reinigen en desinfecteren

    komt in aanraking met de beschadigde huid of

    doorboort de huid

    reinigen en steriliseren

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    Richtlijnen technische hygiënezorg (concept) 21

    6.3 Ultrasoon reinigen

    Alvorens te desinfecteren of te steriliseren moeten de gebruikte instrumenten

    worden gereinigd. Het reinigen mag niet handmatig gebeuren, maar

    moet met een ultrasone reiniger worden uitgevoerd.

    Bij ultrasoon reinigen wordt aangekleefd vuil (lichaamsvocht en bloed) los

    getrild. Dit geldt met name voor de tubes (en needlebars als die niet

    disposable zijn).

    Neem bij het gebruik van het ultrasoonbad onderstaande punten in acht:

    Raadpleeg de gebruiksaanwijzing voor het door de fabrikant aanbevolen

    reinigingsmiddel of maak gebruik van het middel dat de geschikt is

    voor ultrasone reiniging (staat op de verpakking of bijsluiter).

    Zorg dat de ultrasoon vloeistof niet warmer wordt dan 45 °C.

    Let op de in de gebruiksaanwijzing aangegeven minimaal vereiste

    hoeveelheid ultrasoon vloeistof en zorg er voor dat het instrumentarium

    volledig onder de vloeistof ligt.

    Vervang de ultrasoon vloeistof bij zichtbare verontreiniging, maar in

    ieder geval dagelijks.

    Reinig bij het vervangen van de ultrasoon vloeistof eerst de mandjes

    en de binnenkant van de ultrasoon met disposable materiaal.

    Kom niet met de handen in de ultrasoon als in werking is. Hierbij

    kunnen namelijk celbeschadigingen optreden.

    Sluit, indien de ultrasoonreiniger in werking is, deze altijd af met een

    deksel. Door het trillen ontstaan aërosolen, die mogelijk besmet zijn

    met micro-organismen.

    Werkwijze:

    1) Zet het ultrasoon reinigingsbad ca. tien minuten voor aanvang van het

    ultrasoon reinigen aan, om het verse water te ontgassen. Opgeloste

    gassen, normaal aanwezig in vers water, verminderen het ultrasone

    reinigingseffect.

    2) Trek onderzoekshandschoenen aan.

    3) Neem de inzetbak met de instrumenten uit de bewaarbak met het

    reinigingsmiddel.

    4) Spoel de instrumenten af onder stromend koud water. Om de binnenzijde

    van de tubes te reinigen kan een pijpenrager gebruikt worden. De

    pijpenrager moet disposable of steriliseerbaar zijn. Wees voorzichtig

    met het handmatig reinigen. Tips e.d. kunnen scherp zijn!

    5) Gebruik een inzetmandje om de instrumenten in het ultrasoon

    reinigingsbad te leggen.

    6) Los het ultrasoon reinigingsmiddel middel volgens de gebruiksaanwijzing

    op.

    7) Plaats het mandje met de instrumenten in het ultrasoon reinigingsbad.

    8) Sluit de deksel.

    9) Stel de juiste reinigingstijd in (meestal minimaal 4 minuten, maar

    raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw apparaat).

    10) Neem het mandje uit het ultrasoon reinigingsbad en spoel de instrumenten

    met voldoende warm water.

    Spoel daarna de instrumenten en sieraden met gedemineraliseerd

    water (dit ter bescherming van uw instrumenten).

    11) Trek de onderzoekshandschoenen uit, gooi deze weg en reinig of

    desinfecteer de handen zorgvuldig.

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    22 LCHV conceptversie 19-9-2005

    12) Droog de instrumenten goed met een schone doek, tissue of keukenrol

    voordat ze verpakt worden in laminaatzakjes.

    13) Controleer de instrumenten op beschadigingen en roest.

    Roest kan het gevolg zijn van onvoldoende reiniging. Met name bloedresten

    werken bijzonder corrosief, ook op roestvrij stalen instrumenten.

    6.4 Het verpakken van de instrumenten

    Het verpakken van de instrumenten is nodig om steriele materialen steriel

    te houden. Het is niet mogelijk onverpakte instrumenten steriel te bewaren.

    Bij het verpakken van de instrumenten moeten onderstaande punten in

    acht worden genomen.

    Werkwijze:

    1) Zorg dat de instrumenten droog zijn voordat deze worden verpakt in de

    laminaatzakjes.

    2) Verpak de needlebar en tube in aparte laminaatzakjes. Zet needlebar

    en tube pas vlak voor gebruik in elkaar, zie paragraaf 4. Verpak de

    onderdelen van deelbare tubes los van elkaar (mogen wel in één laminaatzakje).

    3) Seal of plak de laminaatzakjes zodanig dicht dat er altijd een peel-off

    naad van minimaal 2 cm. vrij blijft waarmee het laminaatzakje later

    weer gemakkelijk kan worden geopend (gebruik geen nietmachine om

    de zakjes te sluiten). Houd aan de andere zijde een sealnaad van 0,8

    cm. aan.

    6.5 Het steriliseren van instrumenten

    Het steriliseren van instrumenten vindt plaats in de stoomsterilisator, zie

    hoofdstuk 2.2.5. In de stoomsterilisator moet de juiste temperatuur en de

    juiste druk worden opgebouwd.

    De stoomsterilisator moet regelmatig technisch worden getest. Raadpleeg

    voor de frequentie het voorschrift van de fabrikant (zie bijlage 8.6).

    Bij het steriliseren moeten onderstaande punten in acht worden genomen:

    Belaad de sterilisator niet te vol (volg de aanwijzingen van de fabrikant).

    Leg de laminaatzakjes nooit op de laminaatzijde (doorzichtige zijde).

    Als de instrumenten niet rechtop kunnen worden gezet, verspreid dan

    de laminaatzakjes over de tray. Leg de zakjes op de papierzijde en niet

    op elkaar.

    Zorg dat de laminaatzakjes niet tegen de wanden van de sterilisator

    liggen.

    Werkwijze:

    1) Zet of leg de laminaatzakjes op de voorgeschreven wijze in de

    sterilisator.

    2) Stel het sterilisatieprogramma in.

    3) Check de temperatuur- en drukmeter op uw stoomsterilisator.

    4) Doorloop het volledige sterilisatieprogramma (inclusief droogprogramma).

    5) Neem de droge gesteriliseerde verpakkingen voorzichtig uit de

    sterilisator en voorkom beschadigingen van de verpakking.

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    Richtlijnen technische hygiënezorg (concept) 23

    6.6 Het bewaren van gesteriliseerde instrumenten

    In principe blijft de inhoud van de verpakking steriel zolang de verpakking

    droog en onbeschadigd is.

    Bewaar de laminaatzakken nooit langer dan de expiratiedatum die op

    de verpakking van de laminaatzakken staat aangeduid.

    Bewaar door u zelf gesteriliseerde instrumenten maximaal zes

    maanden, mits de opslag van gesteriliseerde producten netjes en

    ordelijk gebeurt.

    Gesteriliseerde producten zijn kwetsbaar, de steriliteit gaat eenvoudig

    verloren. Neem daarbij de volgende regels in acht:

    Schrijf niet op de verpakking.

    Maak geen bundels van laminaatzakken. Gebruik geen nietjes,

    paperclips of elastiekjes.

    Prop laminaatzakjes niet in kastjes en laatjes.

    Bewaar laminaatzakjes niet op plaatsen waar ze nat kunnen worden,

    zoals het aanrecht.

    Gebruik het gesteriliseerde instrument niet als de verpakking:

    beschadigd of gescheurd is;

    (deels) geopend is;

    vochtig is of vochtkringen vertoond;

    vuil is geworden.

    Werkwijze:

    1) Plak een sticker met de sterilisatiedatum op de laminaatzijde van de

    verpakking.

    2) Berg de gesteriliseerde verpakte instrumenten zorgvuldig op.

    3) Gebruik de door uzelf gesteriliseerde instrumenten binnen zes

    maanden (mits onbeschadigd).

    4) Gebruik de door de fabrikant gesteriliseerde materialen niet langer dan

    de aangegeven uiterste gebruiksdatum (mits onbeschadigd).

    5) Hanteer het principe first in, first out (dus wat het eerst geleverd en

    gesteriliseerd is, wordt als eerste gebruikt).

    6) Berg de gesteriliseerde verpakte instrumenten bij transport op in een

    goed afsluitbare schone kunststof box.

    6.7 Wasgoed

    Vuile doeken en werkkleding kunnen door bloedspatten besmet worden

    met schadelijke micro-organismen (bacteriën en virussen). Mogelijk

    besmet wasgoed moet na gebruik op een hoge temperatuur gewassen

    worden om schadelijke micro-organismen te doden.

    Verwijder dagelijks het vuile wasgoed uit de werkruimte.

    Verzamel de vuile was in een wasmand.

    Vervoer het vuile wasgoed altijd in gesloten (plastic) zakken.

    Was het wasgoed met een totaalwasmiddel (dus geen fijnwasmiddel of

    een wasmiddel voor speciale kleuren). Een wastemperatuur van 60 °C

    geeft een goed resultaat. De hoge temperatuur is nodig voor het doden

    van HIV en Hepatitis B en C virus.

    Gebruik geen verkort wasprogramma.

    Hou het schone en het vuile wasgoed gescheiden van elkaar.

    ☺ Droog de was in een wasdroger.

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    24 LCHV conceptversie 19-9-2005

    7 TOEZICHT EN HANDHAVING

    7.1 Toezicht

    7.2 Handhaving

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    Richtlijnen technische hygiënezorg (concept) 25

    8 BIJLAGEN

    8.1 WETGEVING

    Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren

    26 LCHV conceptversie 19-9-2005

    8.2 TOESTEMMINGSFORMULIER12

    Ondergetekende, (naam) —————————————————————–

    verklaart hierbij het volgende:

    • De keuze om een tatoeage te laten zetten heb ik weloverwogen en uit

    vrije wil genomen.

    • Voor en tijdens de behandeling was ik niet onder invloed van alcohol of

    drugs.

    • Ik ben geïnformeerd over de risico’s die kunnen ontstaan als gevolg

    van het zetten van de tatoeage, zoals infecties, littekenvorming en

    allergische reacties.

    • Ik heb op dit moment geen verkleuringen, zwellingen, bulten of enige

    andere vorm van irritatie op mijn lichaam en beschouw mezelf gezond

    genoeg om deze tatoeage te laten zetten.

    • Ik gebruik op dit moment geen antistollingsmiddelen.

    - Indien uw tatoeage dient ter camouflage van een bestralings- of operatie

    litteken bespreek dit dan eerst met de arts door wie u bent behandeld of door

    wie u wordt gecontroleerd.

    - Indien u bij een dermatoloog onder behandeling bent, raadpleeg deze dan alvorens u

    besluit een tatoeage te laten zetten.

    - Het wordt zwangeren afgeraden om een tatoeage te laten aanbrengen in verband met

    verhoogde gevoeligheid voor infecties.

    Ik lijd wel/niet aan enige vorm van:

    • hemofilie ——————— wel/niet

    • chronische huidziekte —- wel/niet

    • contactallergie————– wel/niet

    • diabetes———————- wel/niet

    • immuunstoornis———— wel/niet

    • hart en vaatafwijkingen – wel/niet

    Het aanbrengen van een tatoeage wordt sterk afgeraden als één of

    meerdere keren ‘wel’ van toepassing is.

    Ik heb de volgende schriftelijke informatie van de behandelaar ontvangen:

    1) Informatie over de risico’s van tatoeages.

    2) Nazorginstructie voor tatoeages.

    naam: ———————————————————————————————–

    adres: ———————————————————————————————–

    woonplaats: ———————————————————

  • *****Klaus Ringmaster*****

    Wat heb je nou niet begrepen uit het antwoord van “whatever” en van mij? Er komen landelijk geldende normen en richtlijnen en daar moet ook jij je straks aan gaan houden. Er is je verteld waar je deze richtlijnen kunt lezen en downloaden, dus zou ik je willen adviseren om dat dan ook te gaan doen.

    Klaus.

  • diel

    dank je wel

    hier kan ik wel wat mee…

  • *****Klaus Ringmaster*****

    Je zou ze ook gewoon kunnen downloaden via de koppeling die daarvoor gegeven is, dan heb je alles lekker overzichtelijk.

    Klaus.

  • diel

    Het is eigenlijk simpel

    ik wil graag een tattooshop vanuit mijn eigenhuis opzetten

    dit moet mogelijk zijn want ik ken erkende tattoeurs die dit ook doen

    nattuurlijk wel volgens de regels, maar ik vond het erg moeilijk

    om er achter te komen wat dan die regels zijn

    en is die autoclaaf b nu wel verplicht of niet

    in amerika worden autoclaven verkocht die ook door tandartsen worden gebruikt

    en zijn goedgekeurd daar

    als je 2 autoclaven gebruikt zou dit toch goed moeten werken

    ik probeer nu vooral uit te vinden hoe ik het beste de kamer kan inrichten

    naar de ggd regels, tegelen waterkraan en wachtruimte noem maar op

    alles inpakken jullie kennen het wel…alles volgens de regels

    zodat ik me kan inschrijven bij de kvk en een mooi ggd en warenwet rapport aan de muur

    maar je begrijpt al dat ik dan wel moet weten aan welke regels ik moet voldoen, zodat ik alles gelijk goed kan bouwen.

    ik wil dus juist volgens alle regels gaan beginnen en dat moet gewoon kunnen

    er zijn voorbeelden van

    ik weet al een hoop maar ik wil gewoon niks vergeten en of fouten maken

    kan ieman mij een basis geven van een ruimte wat hier minstens aanwezig moet zijn, niet alleen apparatuur maar ook tegels weggooicontaners enz

    vriendelijk dank